Overwinnen zonder gevaar is zegevieren zonder roem:
Jules Sedney (De Toekomst van ons verleden)
door: Carlo Jadnanansing
Over dr. Jules Sedney zijn er al talrijke in memoriam artikelen verschenen, waardoor het gevaar van in herhaling treden levensgroot is. Het is daarom mijn bedoeling met dit stuk, vooral het aspect van zijn auteurschap te belichten.
Maar ook dat laatste zal primair bekeken worden vanuit zijn belangrijkste boekwerk: De Toekomst van ons verleden, hierna bij afkorting te noemen “De Toekomst”.
Dit boekwerk verscheen oorspronkelijk in 1997 en daarna waren er nog twee herdrukken, de laatste in 2017. De auteur was toen 95 jaar oud!
Hij studeerde economie aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde aan dezelfde universiteit in 1956 op het proefschrift: “Het werkgelegenheidsaspect van het Surinaamse Tienjarenplan”, waarmee hij zijn verbondenheid met zijn geboorteland demonstreerde.
Zijn carrière als staatsman begon hij in 1958 als minister van Financiën namens de NPS in het kabinet Emanuels, maar hij werd vooral bekend door het vervullen van de functie van minister-president van 1969 tot 1973 in het kabinet dat zijn naam droeg.
De samenwerkende politieke partijen waren de PNP en de VHP. Hoewel het PNP-blok maar 8 van de 39 zetels kreeg en de VHP 19, besloot tot veler verbazing de VHP o.l.v. Jagernath Lachmon niet te opteren voor het premierschap, maar dit te geven aan het PNP-blok dat dr. Jules Sedney in deze functie plaatste.
De reden voor de beslissing van Lachmon zou o.a. hierin gelegen zijn dat laatstgenoemde de tijd nog niet rijp achtte voor een premier van Hindostaanse afkomst. Dit omdat de VHP-voorzitter bang was voor het aanwakkeren van etnische spanningen die reeds latent aanwezig waren. Binnen zijn eigen gelederen werd dit Lachmon, die er zelf voor koos om parlementsvoorzitter te zijn, erg kwalijk genomen.
Vanwege de numerieke meerderheid van de VHP was het duidelijk dat de premier in de eerste plaats rekening moest houden met de visie van deze partij. Naar buiten toe werd hem zelfs het verwijt gemaakt dat hij aan de leiband liep van Lachmon, hetgeen hem de onverdiende bijnaam van “bobo Jules” opleverde. Zijn vijanden zijn erin geslaagd deze naam ingang te doen vinden, waardoor deze een “hebi” geworden was voor de betrokkene. Hiermee bleef hij zijn leven lang opgezadeld.
Ik behoor tot degenen die van mening zijn dat een tegengestelde benaming voor deze grote Surinamer veel passender is. Dit gelet op zijn grote verdiensten voor land en volk.
In het Sranan is het echter niet eenvoudig een antoniem te vinden, maar raadpleging van oom Hein Eersel leverde het resultaat op van “dyadyaman”!
Als zijn grootste verdiensten in zijn regeerperiode als premier kunnen genoemd worden de invoering van twee niet-christelijke feestdagen als nationale feestdagen. In die dagen was de christelijke cultuur dominant, terwijl het niet-christelijke deel van het volk meer dan de helft van de bevolking uitmaakte. Toch heeft Sedney samen met Lachmon zware strijd moeten leveren om het hindoefeest Phagwa en het Islamitische Id-ul-fitre op de nationale kalender te krijgen.
Met zijn magnum opus (meesterwerk): De Toekomst van ons verleden wil de schrijver kennelijk aangeven dat wie zijn geschiedenis niet kent, niet met vrucht aan zijn toekomst zal kunnen werken. Het verleden is er weliswaar nu niet meer, maar is toch niet uit te wissen. Dat wil zeggen dat lering getrokken moet worden uit het verleden. Dit is overigens ook de boodschap die de geschiedenis ons geeft.
De ondertitel van zijn boek is: democratie, etniciteit en politieke machtsvorming in Suriname.
Begrippen die zowel in het verleden, het heden als de toekomst een leidende rol in de ontwikkeling van onze samenleving zullen blijven spelen. In De Toekomst heeft hij al deze begrippen nader uitgewerkt.
Om te beginnen met democratie stelt hij dat Suriname er nog niet in geslaagd is een volwaardige democratie te zijn. Hij wijst o.a. op de manipulaties met ons kiesstelsel. Een tijd lang was er een kiesstelsel dat uitsluitend gericht was op het bevoordelen en daardoor in het zadel houden van de creoolse groep gedomineerd door lichtkleurige creolen. Het Hindostaanse en Javaanse deel van de bevolking werd daardoor buiten de regeermacht gehouden en speelde een tweederangsrol op het Surinaamse politieke toneel. Pas in 1948 werd het algemeen kiesrecht in Suriname ingevoerd, maar ook toen was het kiesstelsel van dien aard dat het Aziatische deel van de bevolking geen politieke hoofdrol kon spelen. Het is vooral de verdienste van Jagernath Lachmon geweest die erin geslaagd is met de medewerking van zijn vriend Jopie Pengel, voorzitter van de NPS, om in 1963 en in 1966 zodanige wijzigingen in het kiesstelsel aan te brengen dat alle groepen min of meer gelijke kansen kregen.
Maar ook bijvoorbeeld de ongebreidelde macht die grondwet geeft aan de President past niet in een (parlementair) democratisch systeem.
Ook wordt ruime aandacht in zijn werk besteed aan het begrip etniciteit. De Staat Suriname begonnen als een volksplanting, is in feite een creatie van het Nederlands kolonialisme. Afgezien van een kort stukje Engels Bestuur is Suriname meer dan driehonderd jaar lang een kolonie geweest van Nederland. De Inheemse bevolking werd gedecimeerd, kolonisten, slaven en later contractarbeiders, werden door de koloniale machthebbers neergeplant in de kolonie.
Het gevolg was dat er een bevolking ontstond van vele etniciteiten met alle conflicten die daarvan het gevolg waren. Dat er nimmer een rassenstrijd tussen de verschillende etnische groepen is ontstaan in Suriname, is mede het gevolg van de Verbroederingspolitiek (die gebaseerd is op het principe uit de Rigveda: eenheid in verscheidenheid) die in de zestiger jaren geïnitieerd is door Jagernath Lachmon en omarmd is door zijn vriend Jopie Pengel. Samen hebben zij met succes het land gedurende meer dan negen jaren geregeerd.
Hierdoor is voorkomen dat er rassenconflicten zijn ontstaan die elders in de wereld en zelfs dichtbij huis in Guyana, tot uitbarsting zijn gekomen. Dit aspect wordt door dr. Sedney in De Toekomst uitvoerig belicht.
T.a.v. de politieke machtsvorming merkt dr. Sedney op dat in een representatieve democratie politieke machtsvorming plaatsvindt d.m.v. algemene, vrije en geheime verkiezingen. Het verkiezingsproces moet eerlijk verlopen en de uitslag moest eerst na de telling van de uitgebrachte stemmen bekend zijn. Het kiesstelsel moet rechtvaardig en doelmatig zijn. Rechtvaardig betekent dat de deelnemende partijen naar evenredigheid van hun aanhang onder het electoraat vertegenwoordigd moeten zijn in de gekozen organen van de Staat.
Doelmatig wil zeggen dat het kiesstelsel moet bijdragen aan de stabiliteit van het staatsbestuur, de nationale eenheid moet bevorderen, en zowel politieke fragmentatie als politieke verstarring moet voorkomen.
In De Toekomt analyseert hij aan de hand van de ervaringen met de verschillende kiesstelsels die in de loop der jaren in Suriname bestaan hebben of deze aan de gestelde criteria hebben voldaan. Hij komt tot de conclusie dat in alle tijden gebreken kleefden aan de kiesstelsels. Ook het huidige kiesstelsel moet naar zijn mening veranderd, althans aangepast, worden. Dit is overigens de geldende opvatting in brede lagen van de bevolking. Schrijver dezes merkt op dat het erop lijkt dat geen enkel regering vanaf 1987 het aangedurfd heeft het kiesstelsel te veranderen! (Hoe kies is ons kiesstelsel?)
Het belangrijkste deel van de nalatenschap van dr. Sedney bestaat ongetwijfeld uit de gedachten, aanbevelingen en documentatiemateriaal, vervat in De Toekomst.
Het boek zal als naslagwerk altijd een belangrijke functie vervullen en is daardoor zowel heden als verleden en heeft daarmee een goede toekomst!
Ik eindig met het voor mij mooiste citaat uit De Toekomst dat eeuwig actueel blijft (vermeld in het voorwoord van de derde druk):
Zonder Berouw geen Vergeving,
Zonder Vergeving geen Verzoening en
Zonder Verzoening geen Toekomst.
Tot slot zij vermeld dat dr. Jules Sedney vandaag (30 juni 2020) met staatseer gecremeerd zal worden. Moge zijn ziel de eeuwige rust ten deel vallen!
Paramaribo, 30 juni 2020.