Suriname heeft ambassades in verschillende landen. Het is een notoir feit dat diplomatieke posten het land veel geld kosten. De ambassades en consulaten hebben voor het laatst in januari 2020 hun personeelskosten en apparaatskosten ontvangen van de staat Suriname.
Van de Afdeling Financiële Zaken van het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft Dagblad Suriname begrepen dat zij de personeelskosten en apparaatskosten tot een met de maand april 2020 hebben afgerond, echter heeft de Centrale Bank van Suriname de overmakingen nog niet gedaan. Over de maanden mei en juni is nog niets bekend.
Het is bekend dat diplomatieke missies vaak hun geld later ontvangen dan de gebruikelijke ambtenaren en is een maand achterlopen op het salaris vrij gebruikelijk en hebben de diplomaten hun uitgaven ook daarop aangepast. Vier maanden achterlopen op betalingen van personeelskosten en apparaatskosten levert onoverbrugbare problemen voor de diplomaten, aangezien zij ook maandelijks de huur van hun woning en andere vaste lasten moeten blijven betalen. De missies hebben ook een post explotatiekosten en inmiddels zijn de salarissen tot en met april daaruit betaald, echter moet deze rekening wel aangezuiverd worden nadat de Centrale Bank van Suriname de overmaking heeft gedaan.
Overigens is dit geen nieuwe situatie. In 1993 toen de financiele nood van de Surinaamse overheid ook hoog was, hadden diplomaten al vijf maanden geen salaris ontvangen.
In de laatste periode van regering Wijdenbosch kregen diplomaten ook maandenlang geen salaris. Het opmerkelijke is wel dat alle diplomaten op de missies blijven zonder bezoldiging en dat niemand vraagt om teruggeroepen te worden.