Bij de terugbetaling door CBvS inzake het oneigenlijk gebruik van de valutakasreserve van US$ 200 miljoen, is de vrijwaringsclausule nog intact. Dit bevestigen betrouwbare bronnen aan Dagblad Suriname. Het gaat om dezelfde vrijwaringsclausule, die ervoor zorgde dat de maandenlange onderhandelingen tussen de moederbank en de commerciële banken niet kon worden afgerond, en waardoor De Surinamsche Bank zelfs naar de groene tafel is gestapt. In de eerste week van mei 2020 gaf de voorzitter van de bankiersvereniging, Eblein Frangie, aan lokale media te kennen dat de vrijwaringsclausule, om geen strafrechtelijke acties te ondernemen tegen CBvS, niet opgenomen is in het contract dat getekend is door de banken. De macro-econoom Soedeshchand Jairam plaatste daarbij publiekelijk zijn kanttekening dat het opmerkelijk is dat de vrijwaringsclausule ineens geen problemen meer vormt, terwijl het vanaf 26 januari 2020 tot en met eind april 2020 een sta-in-de-weg is geweest bij de onderhandelingen. Nu blijkt dat die vrijwaringsclausule gewoon deel uitmaakt van het contract.