Op 20 juni 1845 kwam de eerste groep van 202 kolonisten uit Nederland aan in Suriname. De groep bestond voornamelijk uit arbeiders en boeren en vestigde zich aan de Saramacca rivier op de plantage Voorzorg, een voormalige leprakolonie. Aangezien er niet veel van hetgeen hen beloofd was, daadwerkelijk was gerealiseerd, heeft deze groep een bijzonder moeilijke start gekend. Zo was van afdoende huisvesting en basisvoorzieningen geen sprake. Niet lang na aankomst werd de groep getroffen door een tyfusepidemie, waarbij velen van hen het leven lieten.
Ondanks de vele tegenslagen heeft deze groep Nederlandse kolonisten zich toch weten te handhaven binnen de Surinaamse samenleving. Tegenwoordig zijn de nazaten van deze groep niet slechts terug te vinden in de traditionele beroepen als de landbouw en veeteelt. We komen ze haast in alle sectoren tegen. Er kan dan ook gesproken worden van een goed geïntegreerde groep met een sterke verbondenheid met het land en de samenleving.
Samen met de vele andere groepen die ons land rijk is, maakt de groep van de ‘boeroes’ deel uit van de kleurrijk mozaïek, die wij Suriname noemen. De VHP feliciteert dan ook de totale Surinaamse gemeenschap maar in het bijzonder de groep nazaten van de ‘boeroes’ met 175 jaar vestiging van de boeroes in Suriname.