De critici van president Trump zeggen dat zijn wispelturige leiderschap zijn herverkiezingsvooruitzichten aanzienlijk heeft geschaad. De recentste tegenslag van Trump kwam op donderdag toen het Hooggerechtshof van de V.S. zijn bod blokkeerde om zogenaamde ,,Dromers” te deporteren — rond 650.000 immigranten die de Verenigde Staten illegaal als kinderen binnenkwamen.
De woedende president begon het jaar door de twee-staten-oplossing in het Midden-Oosten terzijde te schuiven. Op 28 januari, tijdens een bezoek aan het Witte Huis door de Israëlische premier Benjamin Netanyahu, kondigde Trump de details van zijn Israëlisch-Palestijnse vredesplan aan.
Het plan wordt “Peace to Prosperity” genoemd en sluit de Palestijnen uit van de besprekingen. Het geeft het groene licht voor Netanyahu’s annexatieplan voor de Westelijke Jordaanoever.
In maart kreeg de president veel kritiek omdat hij het coronavirus beschreef als een “Chinees virus”. Voormalig minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton beschreef de zin als ‘racistische retoriek’.
Op 28 mei luidde Trump de noodklok door te reageren op protesten over politiegeweld en rassenongelijkheid met het dreigement dat ‘als het plunderen begint, het schieten begint’.
Een dag later zei Trump dat hij de financiering van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zou stopzetten en zich uit het agentschap zou terugtrekken, en beweerde dat China “totale controle” heeft over de WHO.
De plotselinge beslissing van de president om de Russische president Vladimir Poetin uit te nodigen voor zijn groep van zeven, lokte tegenstand uit zowel Groot-Brittannië als Canada uit. De Duitse bondskanselier Angela Merkel weigerde aanwezig te zijn, onder verwijzing naar de pandemie. Rusland werd in 2014 uit de groep gezet als reactie op de annexatie van de Krim.
Op 5 juni gaf Trump abrupt een richtlijn uit om 9.500 troepen uit Duitsland terug te trekken, waarbij hij zowel bondskanselier Merkel als zijn ambtenaren afsneed.
De job approval ratings van de president zijn gedaald tot 39 procent volgens de laatste Gallup-opiniepeiling. Historisch hebben alle kandidaten met approval ratings beduidend lager dan 50 procent herverkiezing verloren.