Eugene van der San, directeur Bestuurs- en Administratieve Aangelegenheden op het kabinet van de president, stelt ‘met verbazing’ de ‘onzinnige opmerkingen’ van de deskundigen Lothar Boksteen en Sam Polanen met betrekking tot het door hem ingediende bezwaarschrift te hebben gelezen in Dagblad Suriname van donderdag 18 juni. “De man wil commentaar leveren, maar is niet eens in staat om goed te formuleren waarop het bezwaar betrekking heeft. Ik ben geen burger, die een bezwaar heeft ingediend, maar een kiezer die ingevolge artikel 132 lid 6 dat recht bezit. Bovendien heb ik uitdrukkelijk erop gewezen dat ik niet als directeur van het kabinet van de president optrad. Er is in strijd gehandeld met artikel 89 van de Kiesregeling. Dat staat onomstotelijk vast. Dat verwarrende verhaal van Sam Polanen geeft mij geen aanleiding om verder te reageren, omdat naar de man zijn oordeel het OKB de wettelijke bevoegdheid bezit om een wettelijke bepaling na overleg met wie dan ook mondeling of middels een app-bericht te wijzigen. Die bevoegdheid wordt door het OKB ontleend aan de bepaling in artikel 2 lid 4 sub d van de Kiesregeling luidende: “Bij klachten omtrent een niet-behoorlijke functionering van enig hoofdstembureau of stembureau treft het Kiesbureau onverwijld die maatregelen, welke naar zijn oordeel noodzakelijk zijn.” Die klachten kunnen nooit betrekking hebben op een vooraf vastgestelde duur van de stemmingsperiode, waardoor de verkiezing een onrechtmatig voorval in zich herbergt. Dat is precies waarop OKB moet letten”, zegt Van der San aan Dagblad Suriname.
“Boksteen snapt het niet helemaal”
Boksteen komt volgens Van der San in de buurt van het probleem, maar snapt het niet helemaal. “Mijn hoedanigheid als directeur van het kabinet van de president heeft er niks mee te maken. Tijdens de stemming op 25 mei heeft deze handeling plaatsgevonden. Niet als administrateur, maar in de hoedanigheid als directeur heb ik wel geanticipeerd op de omstandigheden, die zich zouden kunnen voordoen op de dag van de verkiezingen (25 mei). Bij resolutie van 15 mei 2020, met betrekking tot de te nemen maatregelen bij de verkiezingen in het kader van de Wet Covid-19, werd uitdrukkelijk naar de omstandigheden die hun weerslag zouden kunnen vinden binnen de stembureaus gewezen en dat was voldoende reden om in te spelen op deze reële verwachtingen en beleid in te zetten om daar passend op te reageren. Dat was op basis van inzicht en geen kortzichtigheid. Ook werd gewezen op verruiming van de duur van 7.00 uur naar 9.00 uur.”
“Ga op het dak zitten”
Daarbij werd volgens Van der San gewezen op de artikelen 106 en volgende van de Kiesregeling. “Het was deze zelfde voorzitter, die publiekelijk tekeerging dat die voorziening van nul en generlei waarde is en dat het in strijd met de Kiesregeling was, terwijl die resolutie geen buitenwettelijke bepaling creëerde. De betreffende resolutie verwees gewoon naar een wettelijke bepaling in de Kiesregeling om eventuele onvoorziene omstandigheden te kunnen aanpakken. Uitgesproken deze persoon handelt wel als OKB-voorzitter in strijd met de wet, dan mogen wij er niet op wijzen. Ga op het dak zitten. Ook door de waarnemers werd zij op die misstap gewezen. Die mevrouw werd boos en vond dat de waarnemers zich daar niet mee moeten bemoeien. Dus Lothar, houd je bij je leest. Je bent een genie op waterkrachtwerken. Het verschil tussen ons is dat ik nooit een functie heb geambieerd, waarbij anderen mij moeten zeggen wat ik moet doen”, aldus Van der San.
FR