Vanwege de strenge lockdown zijn alle strafzittingen uitgesteld. De zaken waarin verdachten (niet meer) zijn aangehouden en de uitgestelde zaken worden zoveel als mogelijk uitgesteld. De verdachten ontvangen daarvoor een voortzettingsschrijven van het Openbaar Ministerie. Verdachten die voor de eerste keer ter terechtzitting moeten verschijnen, werden tijdens de partiële lockdown, telefonisch gehoord waarna de zaak voor verdere behandeling werd uitgesteld. De kantonrechter kan in deze zaken ambtshalve of op verzoek van de advocaat beslissen dat de verdachte voorlopig in vrijheid wordt gesteld. Hierbij zijn de ernst van de zaak en de omstandigheden van het geval van groot belang.
Thans is ook het telefonisch verhoren tot een absoluut minimum beperkt ter bescherming van de politie en de arrestant. Vanwege de snel om zich heen grijpende besmetting wil de rechter geen risico nemen om de verdachte telefonisch te horen, waarna het telefoontoestel weer in handen komt van de politie voor afronding van het gesprek met de rechter. Als de arrestant besmet is, brengt hij die over naar de politieman en vervolgens diens collega’s en huisgenoten. Als de politieman reeds besmet is, gaat dit over op de arrestant en besmet deze vervolgens het heel cellenhuis. Geen van beide scenario’s is acceptabel.
Arrestanten die staande de zitting niet in vrijheid worden gesteld, kunnen via hun advocaat een verzoek richten aan het Hof van Justitie om hun voorlopige hechtenis op te schorten. Het Hof oordeelt zo spoedig mogelijk over dit verzoek. Ondertussen zijn alle bezoeken naar cellenhuizen en penitentiaire inrichtingen stopgezet en mogen familieleden slechts op de zondag voeding en kleding brengen. Arrestanten voelen zich erg benadeeld nu hun zaken uitgesteld worden zonder zicht op behandeling op kort termijn. Arrestanten die geen advocaat hebben, zitten in extra onzekerheid en kunnen geen informatie bekomen, omdat ook het parket van de procureur-generaal geen informatie verstrekt of bezoekers ontvangt.