De Nationale Assemblée (DNA) heeft op woensdag 8 april 2020 de wet Wet Uitzonderingstoestand COVID–19, aangenomen met 27 stemmen voor en 8 tegen.
Het doel van deze wet is om in verband met het tegengaan van ongecontroleerde verspreiding in Suriname van het SARS-CoV-2virus dat de volksgezondheid, veiligheid en economie van Suriname ernstig in gevaar zal brengen -alsmede ter uitvoering van artikel 72 van de Grondwet, de burgerlijke uitzonderingstoestand af te kondigen en buitengewone maatregelen te treffen.
Voor Suriname heeft deze ziekte al negatieve gevolgen gehad, nadat er vanaf 13 maart 2020 na een medisch onderzoek de eerste persoon positief werd getest op het COVID-19-virus. De regering heeft hierna onmiddellijk de toegang tot Suriname gesloten en enkele andere maatregelen getroffen om de ongecontroleerde verspreiding van het virus onder de bevolking te beperken. Een ongecontroleerde verspreiding van het virus zal, gezien de grote mate van besmettelijkheid en de percentages ernstige zieken en doden die het veroorzaakt, voor Suriname rampzalig zijn, omdat de gezondheidsinstellingen niet in staat zullen zijn om een groot aantal patiënten op te vangen en adequaat te behandelen.
De maatregelen die in staat zijn de uitbraak van COVID-19 door verspreiding van het SARS-CoV-2 virus te vertragen of te beperken, hebben ernstige gevolgen voor de economie van alle landen en de mogelijkheden van grote groepen burgers om in hun levensonderhoud te voorzien. Het is daarnaast ook onduidelijk hoe lang deze ramp zal duren.
In artikel 4 van deze wet is opgenomen het geven van richtlijnen aan of verplichten van burgers, bedrijven, instituten en organisaties met betrekking tot hun bewegingsvrijheid en hun publieke-, sociaalmaatschappelijke- en economische activiteiten, welke maatregelen specifiek gericht moeten zijn op aanpak casu quo het voorkomen of minimaliseren van de verspreiding van het SARS-COV-2 virus alsmede de gevolgen hiervan. Deze richtlijnen moeten gegeven worden door het COVID-19 Crisis Management Team en wordt een overtreding hiervan gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden en geldboete van de derde categorie (met een maximum van SRD25000,-), hetzij met een van beide straffen.
Nu de Lockdown strenger is geworden, riskeren burgers dus met zulke sancties geconfronteerd te worden, maar: daarover kan alleen de rechter beslissen.
Hier onder is de gehele Wet Uitzonderingstoestand te downloaden.