In een interview met Dagblad Suriname geeft Antoon Sisal, kenner van het Surinaams-Javaans, wat informatie over het Javaans in Suriname en het Javaans dat gesproken wordt op Java, Indonesië. Hij noemt het Javaans dat in Suriname wordt gesproken het Surinaams-Javaans en dat van Java het Indonesisch-Javaans.
Sisal geeft een voorbeeld van het Surinaams-Javaans: “Ati-ati nèk ngabrah dalan, awit iki tapu mung, verkiré drik.” De Nederlandse vertaling hiervan: “Wees voorzichtig bij het oversteken van de weg, want het is nu eind van de maand, het verkeer is druk”. “Ngabrah” komt van het Sranan “abra” en “tapu mung” is ook uit het Sranan. “Verkiré” is uit het Nederlands “verkeer” en “drik” komt ook uit het Nederlands “druk”. Een Javaan uit Java zou deze zin niet direct kunnen verstaan.
De officiële taal van Indonesië is het Bahasa Indonesia, het Indonesisch, dat over het gehele uitgestrekte archipel wordt gesproken. Daarnaast worden er nog minstens 700 andere regionale talen gesproken, waarvan het Javaans met ongeveer 100 miljoen sprekers het meest gesproken wordt, voornamelijk op Midden- en Oost-Java. Het Javaans wordt ook gesproken door de Javanen in Diaspora, zoals in Singapore, Maleisië, Nieuw-Caledonia, Australië, Nederland en natuurlijk ook in Suriname. Op Java zelf zijn er verschillende regionale Javaanse dialecten. Het Javaans van Jogjakarta, Surakarta en Semarang klinkt anders dan dat van regio Banyumas, terwijl van Surabaya in het Oosten weer anders is.
Het Javaans van Indonesië wordt begrijpelijkerwijs sterk beinvloed door het Indonesich, met andere woorden, in het dagelijkse taalgebruik van het Javaans op Java komen veel Indonesische woorden voor. Deze zelfde situatie hebben wij ook met het Javaans van Suriname, waar het Nederlands de officiële taal is en het Sranan de lingua-franca, de omgangstaal tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Daarom spreken wij hier van Surinaams-Javaans. Heel wat woorden uit het Nederlands en het Sranan komen voor de Surinaams-Javaanse woordenschat.
In de straks 130 jaar dat de Javanen in Suriname zijn, op 9 augustus 2020, maakt de Javaanse taal hier dus een heel andere ontwikkeling door t.o.v. het Javaans van Java. Oudere woorden worden hier worden vervangen door Nederlandse of Sranan leenwoorden, de oorspronkelijke Javaanse woorden raken dan in onbruik. Hetzelfde zien wij ook gebeuren op Java, men gebruikt voor het gemak eerder een populair Indonesisch woord in een Javaanse conversatie. “Een gesprek tussen een Javaan van Suriname en een Javaan uit Java gaat niet altijd vlot, soms grappig en soms zelfs moeilijk”, aldus Antoon Sisal
De taalkenner is naar eigen zeggen informeel al vanaf begin jaren 80 van de vorige eeuw actief bezig met het gebruik en de overdracht van het Javaans in Suriname. Hij gaf klassikaal lessen aan belangstellenden. Later, in oktober 1982, heeft hij zijn baan als onderwijzer gelaten om zich volledig toe te leggen op de vertaling van het Nieuwe Testament (Bijbel) in het Surinaams-Javaans, dat uiteindelijk in maart 2000 werd gepubliceerd. Tot slot zegt Sisal “De kennis die ik in de jaren van mijn bijbelvertaalwerk heb opgedaan wil ik overdragen aan de jongere generatie en anderen die daarvoor belangstelling hebben. Zo heb ik op 27 april 2007 het Instituut voor de Javaanse Taal in Suriname opgericht, afgekort Stichting JATAS Instituut.” Vanuit dit instituut worden cursussen verzorgd, zowel klassikaal als via Garuda TV. Zie www.jatasinstituut.sr