EU-leiders, die zich zorgen maken over Chinese en Russische invloed in de regio, richten hun blik op zes Balkankandidaten die zich bij het blok willen aansluiten.
De leiders van de Europese Unie en de Balkanlanden hebben woensdag besprekingen gevoerd om zes landen in de onstabiele regio ervan te overtuigen dat de EU hun belangrijkste partner blijft, vooral omdat het coronavirus de wereldeconomieën teistert.
De vertraging bij het begin van de besprekingen over het EU-lidmaatschap van Albanië en Noord-Macedonië, de aanhoudende spanningen tussen Servië en het voormalige grondgebied van Kosovo en de perceptie dat de EU haar Balkanpartners slechts langzaam helpt om het virus het hoofd te bieden, hebben geleid tot bezorgdheid over het feit dat Rusland en China er wellicht misbruik van zouden kunnen maken.
De top werd aangekondigd als een zeer symbolische gebeurtenis in Kroatië, die een succesverhaal van de EU en de Balkan werd toen het land zich in 2013 bij het blok aansloot. Het land heeft momenteel het roulerend voorzitterschap van het blok tot 30 juni. In plaats daarvan vond de top online plaats.
De 27 EU-leiders zullen aan het hoofd staan van de landen die de “Balkan zes” worden genoemd – Albanië, Bosnië-Herzegovina, Kosovo, Montenegro, Noord-Macedonië en Servië.
De Europese leiders willen zich concentreren op 3,3 miljard euro (3,6 miljard dollar) aan noodkrediet voor het coronavirus, dat zij eerder aan de zes hebben toegekend omdat zij hun geloofsbrieven als een veel waardigere partner voor de regio lijken te willen aanscherpen dan Rusland.