In Suriname zijn de scholen sedert 16 maart gesloten vanwege Covid-19. Of de scholen in mei opengaan, is nog niet duidelijk. In Nederland zijn de Coronabestrijdingsmaatregelen ietwat versoepeld waardoor leerlingen weer naar school mogen. Hieraan zijn er uiteraard randvoorwaarden gekoppeld, zoals het handhaven van de 1,5 meter afstand. Is het verstandig om een soortgelijke maatregel ook te handhaven op de Surinaamse basisscholen? Voor Carlo Badal, voormalig hoofd van de afdeling Onderzoek en Planning van het Onderwijsministerie, is dat in eerste instantie afhankelijk van de ontwikkeling van Covid-19. Het gaat immers om kinderen bij wie social distancing iets moeilijker verloopt dan bij volwassenen.
Tv-onderwijs is een goede optie
Badal geeft de overheid een pluimpje voor het introduceren van tv-onderwijs. Vanaf 16 april is er een aanvang gemaakt met afstandsonderwijs. Het ministerie biedt daarbij diverse lessen aan via de tv-zenders 8.3, 8.4, 8.5, 8.6, 7.1, 7.4 en 12.2. Naar zijn mening heeft het ministerie degelijk rekening gehouden met het feit dat niet in elk huishouden een laptop met internet aanwezig is. “Anno 2020 heeft bijna iedereen een tv. Dus op dit moment kunnen we het beste gebruikmaken van de tv. We hebben zoveel tv-zenders. Voor elk leerjaar zou er een andere zender gebruikt kunnen worden want het programma is identiek op alle scholen”, zegt Badal. Op deze manier hoeft het onderwijsprogramma niet in gevaar te komen. Hij merkt op dat er veel commentaar is over tv-onderwijs en dat dit eerder als een leuke bezigheid beschouwd wordt dan het toedienen van gerichte leerstof ter voorbereiding op de toetsperiode. Badal accentueert dat zo een statement alleen zin heeft als het onderworpen is aan een wetenschappelijk onderzoek. Tot zover zijn de leerlingen niet geëvalueerd en is er evenmin een test afgenomen. “We moeten niet zomaar dingen zeggen.”
Alle televisiestations moeten tv-onderwijs promoten
Badal is van mening dat iedereen een bijdrage moet leveren om tv-onderwijs tot een succes te maken. Zo zouden de diverse televisiestations hun medewerking moeten verlenen om onderwijsprogramma’s uit te zenden. Dat gebeurt nog onvoldoende. Er zijn bijvoorbeeld religieuze kanalen die 1×24 uur godsdienstprogramma’s uitzenden. “Waarom kan men niet een uurtje educatie voor de kinderen uitzenden? Het gaat om jongeren, de toekomst van het land. We zitten in een crisis en aan iedereen wordt gevraagd een bijdrage te leveren.” Het zijn de ouders die erop toe moeten zien dat hun kinderen die educatieve programma’s ook daadwerkelijk volgen. “Waarom moeten we alles van de regering verwachten?”
Andere werkbare modellen
Behalve afstandsonderwijs vindt Badal dat er ook naar andere mogelijkheden gekeken moet worden, zoals het inkorten van de grote vakantie en in plaats van ’s morgens in de middag les te geven. De situatie op elke school verschilt, sommige scholen hebben 300 tot 400 leerlingen, anderen hebben 100 of zelfs 15. Badal geeft aan dat de scholen met weinig leerlingen alvast social distancing kunnen toepassen en niet standaard gesloten hoeven te blijven.
KSR