Drs. Soeradj Harkisoen is internist/infectioloog. “Een internist is een medisch specialist, die zich bezighoudt met specifieke ziektes van het lichaam, zoals suikerziekte, hoge bloeddruk, nierproblemen en andere ziektes die in het inwendige lichaam voorkomen. Daarnaast ben ik ook infectioloog, wat betekent dat ik ook specialist ben in infectieziekten.”
Dokter Harkisoen is ook betrokken bij patiënten met het Coronavirus. Volgens hem is het virus heel nieuw voor iedereen, en ofschoon we weten dat er steeds nieuwe virussen ontstaan, weten we dat deze zich razendsnel verspreidt. Dat kan een enorme impact hebben op een land en op de zorg. Behalve het behandelen van patiënten moet dus nu ook bekeken worden hoe het probleem op hoger niveau aan te pakken. Welke maatregelen moeten genomen worden om het virus buiten het land te houden, en als het er is, welke scenario’s passen we toe om het zo snel mogelijk in te dammen. “Het virus was onbekend, dus in het begin was men gewoon te weinig op de hoogte van de ernst en verspreiding ervan. Toen men dat eenmaal doorhad, begon het zich te spreiden naar andere delen van de wereld, want eerst was het er alleen in China, in de staat Wuhan. Elk virus verspreidt zich anders of met een ander tempo, en deze deed dat heel snel. Als je wereldwijd vergelijkt, dan hebben wij best goede maatregelen genomen, omdat we het vrij snel serieus genomen hebben. Nederland was wat traag en dacht dat het meeviel, de VS en Italië ook, en dat deden wij gewoon beter. Er werden snel maatregelen genomen om de overdracht te minimaliseren: social distancing bijvoorbeeld. Hoe meer je dat doet, hoe minder het virus zich kan verspreiden.”
Volgens dokter Harkisoen hebben we gelukkig goed werk gedaan door de data goed bij te houden en die te delen met de rest van de wereld. Daardoor kunnen we er veel beter mee omgaan. Bij 80% van de mensen gaat het als een milde griep gewoon over, bij 20% kan het ernstig worden en 5% wordt zo ziek dat ze op de IC terechtkomen. Die 20% is net genoeg om het zorgsysteem te ontwrichten, dus we doen wat we kunnen om dat te voorkomen. Een besmette patiënt zal alleen ondersteunend verzorgd kunnen worden, omdat er nog geen speciale medicijnen zijn om dit virus te bestrijden. Er zijn wat veelbelovende medicijnen, maar alles is nog experimenteel. Wanneer het bij iemand ernstig wordt, dan probeert men wel bepaalde reeds bekende medicijnen, zoals het malariamedicijn, maar of dat echt helpt, is nog niet wetenschappelijk aangetoond. Ook dokter Harkisoen onderkent dat mensen die hoesten chirurgische mondkapjes moeten dragen. Het zorgpersoneel moet de wat betere N95 maskers gebruiken, maar hij adviseert om meerdere redenen het gewone gezonde publiek niet om mondkapjes of maskers te gebruiken. “Wij die in de frontlinie zitten, passen altijd het principe van “safety first” toe, en nemen dus zelf wel speciale maatregelen bij het omgaan met patiënten.”