Vice-president Ashwin Adhin nam op de persconferentie van dinsdag 8 april nogal wat tijd en moeite om duidelijkheid te verschaffen met betrekking tot de zogenaamde Uitzonderingswet. Zo onderstreepte hij dat bewust ervoor gekozen is niet voor een noodtoestand te kiezen “De wet burgerlijke uitzonderingstoestand is uitsluitend van toepassing op en in verband met covid-19. We moeten als regering anticiperen op een mogelijke verergering, en deze wet geeft ruimte om geleerde lessen, ook in de rest van de wereld, in de wetgeving mee te nemen. Zo wordt gegarandeerd dat binnen wettelijk kader gehandeld wordt in geval van een verergerde situatie. We zijn nu in een partial lockdown, maar als een full lockdown noodzakelijk wordt, moet de wetgeving daarvoor gereed zijn. De DNA blijft overeind als hoogste orgaan van staat.
Deze wet geeft minimale bevoegdheden, maatregelen en voorzieningen zodat de overheid de covid-19 crisis en haar consequenties kan beheersen. De wetgeving komt niet aan grondrechten en mensenrechten, maar de gezondheidscrisis moet bewaakt worden. Het mag maximaal 3 maanden duren, kan ook veel korter zijn, en indien noodzakelijk en na goedkeuring van de DNA nog eens 3 maanden. Er wordt een parlementaire crisis-commissie geïnstalleerd, en die ziet toe op naleving van de wet. De regering rapporteert ook aan deze dna-commissie. Elke maatregel die genomen zal worden komt in een presidentieel besluit, zodat we niet buiten wet en recht kunnen handelen. De wet biedt de mogelijkheid voor speciale voorzieningen voor bedrijven die inkomensverlies hebben, voor gegarandeerde opvang bij quarantaine, noodfinanciering voor gespecialiseerde instituten als ziekenhuizen en het BOG en meer.
De wet zorgt er ook voor dat via de media de minimale info die echt moet naar volk toe, er ook komt. Maar de wet geeft de regering ook de bevoegdheid maatregelen te nemen tegen wie onjuiste of voor de samenleving gevaarlijke info verspreidt in verband met de covid-19 pandemie in Suriname. Dit alles gebeurt binnen wettelijk kader. Ook voor wat betreft de beperking op de bewegingsvrijheid moet alles volgens de grondwet en internationale verdragen geschieden.” zei de Vice President.