Volgens Benito Linger verdient het Surinaams repatriatie team een schouderklopje. Linger was één van de gestrande passagiers op Brazilië die op 31 maart gerepatrieerd is. In gesprek met Dagblad Suriname deelt hij zijn verhaal. Linger, die een kickbox school runt, was op 12 maart samen met zijn pupillen afgereisd naar Brazilie voor een toernooi. Op 15 maart zouden zij terug moeten keren. Vanwege de strenge coronaprotocollen lukte dat echter niet. Tegen die tijd waren de grenzen in Suriname al gesloten en ook Brazilië kondigde een lockdown aan. Doordat niemand voorbereid was hierop, stonden ze voor de uitdaging om 16 dagen rond te komen, zonder financiën, zonder verblijf, zonder voeding, zonder voldoende kleding.
Het Surinaams consulaat in Brazilië schoot te hulp op 18 maart en arrangeerde verblijf voor de gestrande passagiers, geheel op kosten van het consulaat. Van kennissen en vrienden uit Nederland kreeg Linger ook financiële steun. “Ze hebben het goed aangepakt”, blikt Linger tevreden terug. Op 30 maart vernam hij dat hij eindelijk terug kon gaan naar Suriname. Voordat de passagiers in het vliegtuig zaten, werden zij gescreend. “We hebben wel duizend formulieren moeten invullen. De eerste week dat we in Belem waren, waren er nog geen coronagevallen. In principe zijn we aldoor in quarantaine geweest en niets is met ons gebeurd”, voert Linger aan.
Vanwege de vele aanmeldingen vertrok het vliegtuig in plaats van 14:30 uur omstreek 17:00 uur. Eenmaal in het vliegtuig kregen de passagier meteen een mondkapje en hand sanitizer. Ook hun lichaamstemperatuur werd opgenomen. “De mensen van SLM hebben ons heel goed behandeld. Iedereen zat met hun mondkapje, het leek wel net een film.” Op de Johan Adolf Pengel luchthaven werden zij weer geregistreerd. Hun lichaamstemperatuur werd nog een keer opgemeten. Nadien werden alle passagiers met bussen vervoerd naar de Kamer van Koophandel en Fabrieken (KFF) waar ze een warme verwelkoming kregen.
“Bij KKF stond het eten klaar: nasie, bamie, koffie, thee. De zaal was netjes geregeld. We stonden allemaal op 1,5 meter afstand van elkaar. We zijn toen vervoerd naar het zorghotel voor quarantaine. Ik zat in een groep van 17 mensen.” Momenteel bevindt Linger zich in overheidsquarantaine waar men 14 dagen moet doorbrengen. “Ik heb een thermometer meegekregen, en ook een formulier met 3 telefoonnummers van artsen en een hulplijn voor als je psychische problemen krijgt. Onze lichaamstemperatuur wordt 3 keren per dag gemeten.” Het lichaamstemperatuur mag overigens niet boven de 38 graden zijn. Linger merkt op dat er met veel passie gewerkt wordt. “Het gros heeft zich heel vriendelijk en behulpzaam opgesteld. Hier verdienen ze een schouderklopje.” Linger geeft mee dat quarantaine niet iets is waar men zich voor moet schamen. Hij drukt een ieder op het hart om de coronaprotocollen na te leven ter bestrijding van het levensbedreigende coronavirus.
KSR