De bankiers zijn het spuugzat en hebben dinsdag 24 maart om 12.00 uur ’s middags alle kantoren gesloten. Zo kan het niet langer. De NDP-coalitie heeft de Surinaamse samenleving een gruwel van een wet door de keel geduwd, die tot ontwrichting van de economie en de samenleving zal leiden. De bankiers zullen geen uitvoering geven aan de wet.
Het lijkt een scenario van een slechte B-film, maar het gebeurt allemaal echt. Het regime van president Desi Bouterse loopt op zijn laatste benen en verliest aanhang. Het Surinaamse volk kan niet meer rondkomen met het zuur verdiende geld dat rap zijn waarde verliest. Boodschappen zijn onbetaalbaar. Bouterse ziet een reddingsboei. De prijzen in de winkels moeten snel omlaag, want de verkiezingen zijn al over twee maanden. Dat kan maar op één manier. In een wet zal worden vastgelegd dat de import van basisgoederen tegen een lage valutakoers plaatsvindt. De Nationale Assemblée, of eigenlijk alleen de coalitie, neemt de wet aan in de vroege ochtend van zaterdag 21 maart. De oppositieleden zijn na een marathonzitting vóór de stemming opgestapt.
De aangenomen wet blijkt een geheel andere te zijn dan de wet die eerder als voorstel is ingediend. Alle maatschappelijke geledingen zijn stomverbaasd wanneer zij zaterdagmorgen het nieuws vernemen en protesteren tegen de slechte nieuwe wet. De president geeft de bankiers de gelegenheid om hun grieven te uiten en spreekt maandag 23 maart met hen. Op dat moment heeft hij de wet al bekrachtigd door deze te ondertekenen, maar dat vertelt hij hen niet. De bankiers voelen zich bedonderd door het staatshoofd. Het bedrijfsleven is ook fel tegen de nieuwe wet gekant. In overleg wordt besloten om op woensdag 25 maart het werk neer te leggen en bedrijven en ondernemingen gesloten te houden.
Er is procedureel en inhoudelijk veel mis met deze wet. Ik belicht vier aspecten: het democratische proces, de monetaire doelstelling, de neveneffecten van de wet, en tot slot wat de president eigenlijk wil.
Het democratische proces
De coalitie is van mening dat de wet volgens de regels tot stand is gekomen. De voorzitter van De Nationale Assemblée heeft de vergadering en de stemming over de wet doorgang laten vinden en de meerderheid van de leden heeft voorgestemd. Voilà! Maar zo werkt een democratie niet. Wanneer een ingrijpend wetsvoorstel, dat van grote betekenis is voor het volk en het bedrijfsleven, door het parlement moet worden behandeld, dan moeten concepten daarvan met belanghebbenden en representatieve organisaties worden besproken. Dat is bedoeld om draagvlak te creëren en af te tasten of het wetsvoorstel op brede steun van de gemeenschap kan rekenen. Daarna dienen de leden van het parlement in de gelegenheid te worden gesteld om de teksten en de toelichting grondig te bestuderen en te bespreken tijdens vergaderingen van De Nationale Assemblée.
De indieners van het wetsvoorstel hebben de oppositie een poets gebakken. In februari 2020 dienden zij een wetsvoorstel in voor aanpassing van de Wet Toezicht Geldtransactiekantoren 2012, vooral om straffen voor illegale cambio’s te verhogen. Pas in een zeer laat stadium is dit wetsvoorstel flink aangepast om allerlei andere zaken te regelen die niets te maken hebben met geldtransactiekantoren. In feite wordt een geheel nieuw voorstel ingediend voor de Wet Controle Valutaverkeer en Transactiekantoren. Het zal niemand verbazen dat het volgzame klapvee van de coalitie in De Nationale Assemblée geen kritische vragen stelde over de wet en deze aannam. Men was het roerend met elkaar en met de baas eens. Hier is sprake van een parlementaire coup.
De monetaire doelstelling
De waarde van de Surinaamse dollar (SRD) is in een vrije val geraakt door de financieel-economische en monetaire chaos die de NDP-regering gedurende de afgelopen tien jaar heeft gecreëerd. Omdat de coalitie de waardedaling geen halt toe kan roepen, grijpt men naar het middel van gelegenheidswetgeving. Het is een illusie, een dwaze misvatting, dat de koers van de Surinaamse munt met wetgeving kan worden gereguleerd. De waarde van een munt wordt in stand gehouden door verstandig financieel-economische en monetair beleid. Daar is de afgelopen jaren geen sprake van geweest. Vooral in de laatste maanden is duidelijk geworden hoe groot de chaos is.
De Centrale Bank van Suriname (CBvS) is al jaren technisch failliet en publiceert geen jaarrekeningen na 2014. De CBvS heeft geen deviezenreserves meer en wordt op de been gehouden door de kasreserves van de algemene banken. De kasreserves in vreemde valuta van de algemene banken stonden in het verleden op rekeningen bij sterke banken in het buitenland. Onder valse voorwendselen heeft de CBvS deze grotendeels laten overhevelen naar de failliete CBvS. Begin dit jaar bleek 200 miljoen Amerikaanse dollar (USD) uit deze kasreserves te zijn geplunderd. President Desi Bouterse, minister van Financiën Gillmore Hoefdraad en president-commissaris van de CBvS Vijay Kirpalani, liegen tegen het volk dat er niets aan de hand is. ‘Uw geld is veilig’, maar het gaat wel jaren duren om het terug te betalen, als dat al gaat lukken. De betalingsbalans en de enorme staatsschuld maken dat vrijwel onmogelijk. Zie hier waarom de SRD vrijwel niets meer waard is.
Nadat de wet bekend werd bij het publiek ontstond er drukte bij de cambio’s omdat mensen nog snel hun USD wilden wisselen tegen de gunstige koers. Daardoor daalde de koers van de USD even. De coalitie en enkele andere mensen die het principe van vraag en aanbod niet begrijpen, dachten dat de wet nu al zijn effect liet zien. Dat is natuurlijk niet het geval. De koers van de SRD wordt pas stabiel wanneer de financieel-economische en monetaire parameters op orde zijn. Dat kan nog lang duren. Wanneer het mogelijk zou zijn om de koers bij wet te regelen dan stel ik voor dat de coalitie ook een wetsvoorstel indient waarin staat dat Surinamers niet langer besmet worden met het coronavirus. Wie weet helpt dat ook.
De neveneffecten van de wet
De CBvS bepaalt volgens de wet de wisselkoers die bij alle transacties wordt gebruikt: een koers van pakweg 7,5 SRD in een USD, terwijl de reële koers al ongeveer 15 SRD is. Banken brengen volgens de wet bij valutatransacties de door de CBvS vastgestelde transactiekosten in rekening. Transacties in contant geld vinden alleen in SRD plaats. Goederen en diensten worden in SRD geprijsd en geadverteerd. Overeenkomsten waarbij betalingen of ontvangsten in vreemde valuta worden afgesproken, zijn verboden. Dergelijke overeenkomsten worden binnen dertig dagen na inwerkingtreding van de wet tegen de eerder bedoelde koers uitgevoerd.
Contante vreemde valuta worden bij banken gekocht. Banken verkopen vreemde valuta aan natuurlijke personen alleen voor ‘reis, onderhoudsplicht, studie, medische doeleinden of voor de aanzuivering van credit cards’. Wisselkantoren verkopen vreemde valuta aan de CBvS tegen een koers en een winstmarge die de CBvS bepaalt. De opbrengsten in vreemde valuta uit exporten van bedrijven moeten ten minste voor vijftig procent (mijnbouw) respectievelijk zestig procent (overige) in Suriname blijven. Het ministerie van Handel, Industrie en Toerisme kan de import van niet-essentiële goederen tijdelijk beperken. De wet stelt zware sancties op overtredingen: vier tot zes jaar gevangenisstraf en boetes tot een miljoen Surinaamse dollar.
De wet is een gedrocht en is niet goed doordacht. De wet legt enerzijds een grote beperking op aan de vrije markt die daardoor niet langer functioneert en anderzijds ontwricht de wet bestaande structuren. De irreële koers van de SRD, transactietarieven voor banken en winstmarges voor cambio’s worden gedicteerd door de CBvS. De illegale handel in vreemde valuta zal sterk toenemen en nog meer ondergronds gaan. De cambio’s kunnen de deuren sluiten en het personeel naar huis sturen. De importeurs van basisgoederen kunnen goedkoop inkopen om de prijzen in de winkels laag te houden, maar de exporteurs zien de omzetten en winsten verdampen vanwege de lage koers. Ondernemers worden in hun vrijheid beperkt omdat de overheid kan bepalen voor welke importen vreemde valuta beschikbaar worden gesteld. Sparen in USD wordt onmogelijk gemaakt voor mensen die geen USD verdienen, want je kunt alleen USD kopen voor specifieke doelen na overlegging van bewijsmateriaal. Maar wie wil zijn spaarpot met SRD vullen die steeds minder waard worden? Er wordt toezicht gehouden op de naleving van de regels door een nieuw orgaan dat alle ruimte biedt voor nepotisme en politieke benoemingen.
Wat de president eigenlijk wil
De president wil de verkiezingen in mei winnen maar hij is niet meer zo zeker van zijn zaak. Zijn aanhang is weinig kritisch en volgzaam. Veel mensen begrijpen vanzelfsprekend weinig van financieel-economische en monetaire beschouwingen en halen hun schouders op wanneer iemand roept dat de CBvS failliet is. Zolang zij maar te eten en te drinken hebben gaat het goed met ze. Door de waardedaling van de SRD wordt dat laatste een probleem. De portemonnee is steeds sneller leeg omdat de prijsstijgingen in de winkel niet gecompenseerd kunnen worden door meer loon. Wanneer het volk gaat mopperen over het dure dagelijkse leven wordt de positie van de president bedreigd. De Consumentenkring is één van de weinige partijen die de wet toejuicht omdat deze meer stabiliteit en zekerheid betekent voor de consument. De prijzen gaan omlaag. Wat deze organisatie niet begrijpt is dat deze sigaar uit eigen doos de consument op langere termijn duur komt te staan. Het land gaat eraan ten gronde.
De president heeft het volk lang tevreden kunnen houden door bijvoorbeeld niet te voldoen aan de verstandige voorwaarden die het IMF stelde voor gunstige leningen, maar alle potjes zijn inmiddels leeg, de kasreserves zijn geplunderd en de overheid kan nauwelijks meer lenen. Er moet elke maand enorm veel aan rente en aflossing worden betaald. Dan probeer je als kat in het nauw die rare sprongen maakt, met een wet de waarde van de SRD te reguleren. De inhoud van de wet en de aanname ervan duiden op intellectuele armoede en een totalitair regime in een ontwrichte samenleving. Het Surinaamse volk is inmiddels wijs genoeg om dat niet langer te accepteren.
De gevolgen
Wanneer deze wet ten uitvoer wordt gebracht zal de werkelijke waarde van de SRD nog verder worden uitgehold en in de loop van het jaar imploderen. Bouterse speculeert erop dat dit pas na de verkiezingen gebeurt. En wie betaalt de rekening? In het beste geval kan de CBvS voldoende USD aankopen tegen een lage koers om de importeurs te voorzien van goedkope USD. In het slechtste geval maakt de CBvS groot verlies op deze transacties en worden de kasreserves van de banken in vreemde valuta nog verder leeggeplunderd. De exporteurs lijden grote verliezen.
Uiteindelijk betalen de Surinamers de rekening omdat zij de komende tientallen jaren meer belasting zullen moeten gaan betalen om de verliezen en het negatieve eigen vermogen van de CBvS te compenseren. Bovendien is het maar de vraag of zij hun spaargeld, dat als kasreserve via de banken bij de CBvS is gestald, ooit terug zullen krijgen. Deze regering heeft een onverzadigbare behoefte aan geld. Om haar doelstellingen te bereiken krijgt de regering steeds meer dictatoriale en autoritaire trekken. Zij is daarbij blind voor de realiteit en de gerechtvaardigde verlangens van de Surinaamse bevolking en het bedrijfsleven. De gevolgen voor Suriname zijn desastreus en zullen pas in volle omvang blijken nadat de nieuwe regering na de verkiezingen is aangetreden.
Hans Moison