“Hoe ga ik nu aan mijn eten komen en wat moet ik doen met de resterende groenten die nog hier ligt?”, zegt een groenteverkoopster, die aan de Jodenbreestraat verkocht, tegen de krant. Nadat de Centrale Markt gesloten werd, ontstond de verkoop aan de Jodenbreestraat. Men deed mee aan de verkoop en er waren legale verkopers en illegale verkopers daar te zien. Maar dit is stopgezet. Districtscommissaris (dc) Mike Nerkust gaf op de speciale Coronavirus persconferentie aan dat marktventers daar niet meer mogen verkopen. Volgens veel legale groenteverkopers is dit een grote trek op hun portemonnee. “Ik zit met heel veel groenten en die kan ik niet in mijn buurt verkopen. Ik ben niet in de stad en in mijn omgeving heb je nauwelijks mensen. Op afstand zijn er supermarkten en andere groenteverkopers die groenten verkopen. Als ik toch nog mee wil doen met de verkoop is het te veel”, zegt een groenteverkoopster.
De meeste groenteverkopers geven aan dat zij maar thuis zullen zitten, omdat zij afhankelijk zijn van vervoer. “Ik kreeg vaak genoeg een lift van mijn neef of een buurman die ook mee deed aan de verkoop, maar hoe de verkoop nu stop is gezet, is dat niet meer mogelijk. Ik vind het heel goed dat er opgelet wordt op de veiligheid en de hygiënische toestanden van de medemens, maar de illegale verkopers die nog voor de voorgevel van de markt verkopen, worden niet zo hard aangepakt”, zegt een burger. “Ondanks de markt gesloten is, ziet de voorgevel van de markt er niet goed uit. Dat is ook een van de problemen die opgelost moet worden”, aldus de burger. “Ik kijk hoe het de komende dagen staat. Dit hou ik nog een week vol. Intussen zoek ik wel naar een ander alternatief om mijn groente te verkopen”, zegt een andere groenteverkoper. “A libi musu libi en dat betekent taki unu musu njang ooktu fu de gezond.”
TM