“Sinds vorige week heeft Suriname te maken met een nieuwe werkelijkheid: grote delen van de bedrijvigheid liggen stil. De zorgen over geld om de rekeningen te betalen, het in dienst kunnen houden van mensen, of het overeind houden van het bedrijf nemen we als kabinet zeer serieus. Veel ondernemers en verenigingen, zoals restaurants, cafés enz., moeten tijdelijk hun deuren sluiten of hebben veel minder vraag. Werknemers vragen zich thuis af of hun baan er straks nog is. En toch kondigt regering Bouterse geen noodpakket aan. Als er geen geld is, omdat je het als regering hebt verkwist, geef dan bijvoorbeeld vrijstellingen. We hebben de afgelopen jaren in goede tijden geen buffers opgebouwd, integendeel hebben Hoefdraad en Bouterse ons in de grootste schulden gedouwd”, aldus DA’91. “Vanwege de hele situatie zullen werknemers uitvallen of hun werk anders vormgeven. Waar wij niets van vernemen, is hoe Defensie de Surinaamse bevolking zal helpen in de strijd tegen het Coronavirus. Het draait niet alleen om opvangplekken en medische hulp; het leger dient ook paraat te staan. Militairen zijn natuurlijk ook in te zetten voor transport, of voor distributie van wat dan ook. De landbouwsector heeft voorlopig nog voorraden en de grondstoftoevoer is er ook nog, maar als de aanvoer van grondstoffen stokt, doordat landen hun grenzen hebben gesloten voor buitenlands vervoer in verband met het Coronavirus, kunnen er wel problemen ontstaan. Hoe speelt de regering in wanneer wij in zo een situatie belanden?”