Steven Mac Andrew, directeur van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), ziet kansen voor het bedrijfsleven nu het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen het investeringsklimaat van Suriname wil opkrikken door het moderniseren van de mijnbouwwet. “De huidige wet is sterk verouderd en er is een noodzaak om deze aan te passen”, zegt Mac Andrew.
Mac Andrew noemt het Standard Mineral Agreement, die de minister van Natuurlijke Hulpbronnen, Sergio Akiemboto, onlangs aanhaalde, als een noodzakelijk instrument voor de verbetering van de sector. Dit biedt veel meer duidelijkheid aan investeerders. “Ze weten dan meteen welk pakket Suriname aanbiedt.” Dit scheelt in tijd bij de onderhandelingen. Bij een standaardovereenkomst weet men wat te verwachten is in Suriname. Bedrijven weten dan waaraan ze moeten voldoen en kunnen sneller overgaan tot de werkzaamheden. Dit komt de economie van Suriname ten goede, geeft Mac Andrew aan. Bij de herziening van de wet zal deze moeten aansluiten op de grondenrechtenproblematiek, de nieuwe milieuwet en de investeringswet. Ook hier hebben we te maken met verouderde wetgeving.
Behalve aan de goudsector, zal er ook de nodige aandacht geschonken worden aan andere natuurlijke hulpbronnen, zoals diamanten en andere mineralen. Mac Andrew geeft aan dat vroeger bij de mijnbouwwet de nadruk lag op bauxiet, tegenwoordig staat goud centraal, terwijl er nu ook voornemens zijn om de mogelijkheden voor de diamantenindustrie beter te benutten. Het land is ook op zoek naar olie en gas. Dit vraagt om een hele andere wetgeving. Daarnaast is een mineraal instituut noodzakelijk om een zekere mate van deskundigheid te hebben. Voorheen was er het bauxietinstituut. De VSB ziet de mogelijkheden en de voordelen die deze ontwikkelingen voor Suriname kan hebben, al zal dit niet van de ene op de andere dag tot stand komen.
RB