
In de optiek van volksvertegenwoordiger Dew Sharman (VHP) is er onvoldoende onderzoek gepleegd naar kinderarbeid om te kunnen stellen of Suriname daadwerkelijk op het goede spoor zit of niet. De meest zichtbare vorm van kinderarbeid, de verkoop van knippa’s door jeugdigen, is namelijk al jaren intact gebleven. Ook op de goudvelden worden jeugdigen ingezet. “Het feit dat kinderarbeid zichtbaar is, geeft aan dat zowel de samenleving als de overheid tekortschiet. Het uitbannen van kinderarbeid vergt een collectieve verantwoordelijkheid, niet alleen van de overheid, maar ook van de totale samenleving”, benadrukt Sharman in gesprek met Dagblad Suriname. Hij stelt dat er behoefte is aan onderzoek over kinderarbeid om de omvang ervan alsook de geografische spreiding (in welke districten worden kinderen het meest uitgebuit) vast te kunnen stellen.
Naar zeggen van Sharman is de wetgeving alleen niet voldoende om het lot van kinderen te verbeteren. Hij verduidelijkt wederom dat de bewustwording onder de samenleving essentieel is. “Een ieder moet het besef hebben dat kinderen recht hebben op onderwijs, veiligheid en een gezonde leefomgeving. Niemand mag hen dat ontnemen.” Sharman wijst erop dat men het onderscheid wel moet kennen tussen kinderen, die geëxploiteerd worden en kinderen die meehelpen in huis. In zijn optiek is er een sterke correlatie tussen armoede en kinderarbeid. “Als de mogelijkheden niet gecreëerd worden dat ouders voldoende kunnen verdienen om hun gezin te onderhouden, krijg je de situatie dat kinderen noodgedwongen gaan moeten arbeiden”, aldus Sharman.
KSR