Op 8 juni is het ieder jaar Wereld Oceanen Dag, ingesteld door de Verenigde Naties, naar aanleiding van het Klimaatverdrag. Oceanen zijn belangrijk voor de voedselzekerheid en gezondheid, het voortbestaan van alle leven en de veerkracht van het klimaat die van cruciaal belang zijn voor de biosfeer. De Wereld Oceanen Dag is uitgeroepen om in de internationale gemeenschap hier aandacht voor te vragen. De aandacht gaat onder andere uit naar problemen die worden veroorzaakt door vervuiling van de oceanen door onder andere plastic, olie, uitlaatgassen, sigaretten en geluid.
Glenn Ramdjan van de Stichting Support Recycling Suriname (SuReSur) denkt dat een deel van de Surinaamse gemeenschap serieus kijkt naar dit onderwerp. “Wij zijn wel aan het groeien, maar het gros blijft een beetje achter. Je hebt dan een klein deel die dat ook niet snapt”, zegt Ramdjan. Gezien plasticvervuiling een groot probleem is, zou Suriname volgens Ramdjan ook haar bijdrage moeten leveren in de strijd ertegen.
“Plastic hoeft niet in de oceaan te komen. Als het in het water terechtkomt, is het al een probleem. Wij in Suriname zijn niet zo ver als bijvoorbeeld in Bali. Maar wij moeten wel oppassen dat wij niet die richting opgaan en ons water gigantisch vervuild wordt. Dit is terug te koppelen aan het maatschappelijk gedrag van onze mensen dat moet veranderen. Als het zo door gaat, dan is de schade niet meer te overzien. Wij moeten als burgers waakzaam zijn. Wij zijn een gezegend land, maar als wij zo doorgaan, is die zegen ook gauw weg”, aldus Ramdjan.
Wetenschappers wisten dat de oceaan vol plastic zat, maar het is veel erger dan zij dachten. Kijk nu om je heen en waar je ook bent, de kans is groot dat je een of andere vorm van plastic ziet. Plastic is zo een doordringende aanwezigheid geworden dat het altijd om ons heen is, in een of andere vorm. De oceaan is niet anders. We weten al een tijdje dat we van al het plastic dat we produceren, maar een fractie recyclen. Een deel daarvan komt terecht op stortplaatsen, veel komt terecht in de oceanen.
We hebben het gezien in elk deel van de oceanische voedselketen en we hebben het overal in de oceaan gezien. Plastic breekt niet echt biologisch af, althans eeuwenlang niet. Het breekt alleen af in kleinere stukken, en die stukjes zijn in overvloed in de oceaan te vinden. Een studie beweerde dat er 5 triljoen daarvan zijn. Hoe schokkend een getal ook mag zijn, het kan heel goed aan de conservatieve kant zijn.
Zoeken naar plastic in de oceaan is niet makkelijk. Om te beginnen is de oceaan groot (heel groot). Gespecialiseerde schepen die belangrijke delen van de oceaan bestrijken, zijn duur, tijdrovend en logistiek uitdagend. Om het nog erger te maken, heeft de oceaan ook de vervelende gewoonte behoorlijk diep te zijn. De meeste onderzoeken die oceaanplastiek kwantificeren, richten zich op het nabije oppervlak, omdat het onderzoeken van de diepe oceaan inherent veel moeilijker is.
Plastic beweegt zich op alle diepten en stapelt langzaam op in de voedselketens. Een goed voorbeeld begint met de larvaceans – wezens die kleiner zijn dan een vinger, omringd door een hele werf van slijmbellen, die voedsel verzamelen. Dit slijm accumuleert zonder onderscheid alles wat drijft en probeert het op te eten, inclusief plastic. Al hun roofdieren nemen ook plastic op, die daarna zelfs onze borden bereiken. Mensen zelf zijn niet plasticvrij. Enkele dagen geleden ontdekte een onderzoek dat mensen elk jaar meer dan 50.000 micro plastische stukken consumeren.
Het is niet duidelijk hoeveel het plastic in de oceanen van invloed is op dieren in het wild, maar het heeft zeker een impact. Als materiaal heeft plastic een opmerkelijk uithoudingsvermogen bewezen en kan het in zeer grote hoeveelheden worden geproduceerd. Maar als een vervuiler veranderen al zijn voordelen in problemen. Dit zijn problemen die we zo snel mogelijk moeten oplossen, zo niet staan wij voor een ongekende milieuramp.
Kavish Ganesh