Kantonrechter Siegline Wijnhard heeft donderdag de politieman Kishan J. veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 5 voorwaardelijk onder aftrek met een proeftijd van drie jaar. De magistraat acht seks met een minderjarige wettig en overtuigend bewezen. In deze strafzaak had het Openbaar Ministerie vertegenwoordigd door Claudia Bruining een gevangenisstraf van 3 jaar onvoorwaardelijk geëist. Ook het Openbaar Ministerie achtte verkrachting niet wettig en overtuigend bewezen, aangezien het geweldsaspect niet te bewijzen was. Zij achtte gemeenschap met een jeugdige wel bewezen. Tegen de verdachte Kishan werd op 27 april 2018 aangifte van verkrachting gedaan. Op 6 mei 2018 werd hij ter zake aangehouden en in verzekering gesteld. Volgens het 15-jarig slachtoffer heeft de verdachte, een politieman, haar tot twee maal toe misbruikt. De eerste keer nam de politieman haar mee en kwam zij daarna met voeding thuis en heeft niemand iets gezegd. Haar ouders verklaren dat ze die dag inderdaad met de verdachte, die een neef is van het slachtoffer, is weggegaan.
De tweede keer had ze volgens haar verklaring via Facebook Chat een afspraak gemaakt met de verdachte. Die zou haar gevraagd hebben om een reserve bloes mee te nemen. Dat heeft ze ook gedaan volgens haar. Volgens het slachtoffer heeft de politieman haar opgehaald bij de school en heeft haar daarbij dreigend in het voertuig laten plaatsnemen. Ze heeft zich nadien verkleed in de auto. Hierna werd zij naar een pension gebracht. Daar is zij vaginaal en anaal verkracht. Het visum van de deskundige ondersteunt de verklaring dat er sprake kan zijn van anale en vaginale misbruik. Volgens het OM heeft de verdachte het verwijt vanaf het begin ontkend. De verdachte erkent het meisje in maart te hebben opgehaald, echter ontkent hij haar te hebben verkracht.
De advocaten Chandra Algoe en Joan Garib hebben allebei voor vrijspraak gepleit. Volgens de verdediging is er nimmer sprake geweest van een verkrachting. Volgens de verdediging heeft de verdachte het verwijt vanaf het begin ontkend. De verdachte erkent het meisje, dat zijn nicht is, in maart te hebben opgehaald, echter ontkent hij haar te hebben verkracht. De advocaten betoogden dat het slachtoffer inconsistent is geweest in haar verklaring. Indien haar moeder de zuigvlekken niet had gezien was het slachtoffer ook nimmer met het verhaal van een verkrachting gekomen. Het meisje verklaarde dat zij bang is voor de politieman, want hij zou zijn vriendin hebben vermoord. Echter is dat niet uit het onderzoek gebleken aldus de advocaten. De vriendin van deze politieman heeft zelfmoord gepleegd door zich met het dienstwapen van deze politieman door het hoofd te schieten. Volgens de verdediging gaat het in deze om een één tegen één verklaring. Uit haar verklaring is niet komen vast te staan dat zij onder druk was gezet. Indien zij door de politieman is meegenomen waarom heeft zij haar moeder niet gebeld, want zij had al die tijd haar telefoon bij zich. Ook is het onbegrijpelijk dat zij een bloes meeneemt en zich verkleedt in de auto, terwijl de verdachte volgens het meisje in de winkel was. Op vragen van advocaat Algoe kon zij niet aangeven waarom zij niet gevlucht is terwijl de verdachte in de winkel was. Ook gaf het slachtoffer aan dat zij heel erg bloedde door de verkrachting. Zij is door 4 artsen en specialisten onderzocht en geen enkele arts of specialist heeft enige bloeding gezien. Op basis van deze aangehaalde bewijzen hebben de advocaat algehele vrijspraak gevraagd. De magistraat heeft de politieman veroordeeld tot een celstraf welke gelijk staat met de tijd in voorarrest doorgebracht. De politieman komt van dit vonnis van 18 maanden, waarvan 5 voorwaardelijk gelijk op vrije voeten.
Saskia Bandhan