Als hij kijkt naar de ontslaggronden, los van dat hij uit de omstandigheden wilde stappen, vindt Jack Menke zijn ontslag als voorzitter van het universiteitsbestuur onterecht. “De eerste ontslagbrief die ik heb gehad, klopte qua vorm als inhoudelijk niet”, stelt Menke. De ex-bestuursvoorzitter brengt in herinnering dat hij met ontslag werd gestuurd vanwege de onverenigbaarheid van de twee functies als voorzitters van het universiteitsbestuur en de PhD board. Volgens zijn ontslagbrief zou hij de functie van voorzitter van de PhD board zonder toestemming van het universiteitsbestuur hebben ingenomen. “Dat was een pertinente onjuistheid. Het universiteitsbestuur had mij in de board benoemd met al de leden. Daarnaast was het qua vorm juridisch helemaal verkeerd”, stelt Menke tegenover Dagblad Suriname.
Menke was van plan een kortgeding aan te spannen, welke hij naar zijn oordeel zeker had kunnen winnen. “Ik heb toen daarvan afgezien. Er was zoveel onduidelijkheid en verwarring om mij heen. Niemand wist wat er zich afspeelde. Er werd op een bepaalde manier omgesprongen, niet met één persoon alleen, maar met heel het instituut. Toen heb ik mezelf afgevraagd: Wat win ik hiermee (met het kortgeding).
Revanche? Ik heb voor het moeilijker pad gekozen en probeer in dialoog te blijven. Het imago van de universiteit heeft een groter belang”, stelt Menke. Na meerdere aspecten van de gebeurtenissen en omstandigheden op de verschillende organen en instellingen van de universiteit uitvoerig te hebben besproken, hebben de minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur en Menke, met het doel om de rust en duidelijkheid op de universiteit te bevorderen, besloten om gezamenlijk drie zaken te verklaren.
Ten eerste is het ontslagbesluit door de regering genomen op grond van beleidsoverwegingen en is beperkt tot het bestuur van de universiteit. Menke is in alle overige door hem beklede functies op de universiteit ongemoeid gelaten. Ten tweede wordt verklaard dat nooit is gebleken of zijdens het ministerie overwogen dat Menke bij enige financiële onregelmatigheid betrokken is geweest. De publiciteit rond de op enig moment gesignaleerde vermeende onregelmatigheden is volgens partijen ten onrechte met Menke in verband gebracht. De minister en Menke hechten eraan dat het Institute for Graduate Studies (IGSR) en de PhD school in stand worden gehouden en verder uitgebouwd en dat Menke daarbij voortgaand betrokken zal zijn. Zowel de minister als Menke beamen dat in deze de weg van constructieve dialoog is gekozen om gesignaleerde problemen op te lossen.
Kavish Ganesh