De kwaliteit, het gezag en de rang van een universiteit in de wereld wordt vooral gelinkt aan het percentage Philosophical Doctors (PhD), dat aan het wetenschappelijk korps van de universiteit verbonden is. Gerenommeerde universiteiten in de regio streven ernaar om 100% PhD’ers vertegenwoordigingen in hun wetenschappelijke korpsen te hebben. De University of the West Indisch (UWI) in Trinidad bijvoorbeeld is de afgelopen jaren in verschillende rankings omhoog geschoten, vanwege deze strategie.
In Trinidad is meer dan de helft van het wetenschappelijk korps van de UWI gepromoveerd. De UWI met ruim 18.000 studenten heeft ruim 50 promoties per jaar. Het is volgens professor Jack Menke, voormalig voorzitter van het universiteitsbestuur, heel belangrijk om het aandeel van het aantal PhD’ers op de universiteit te verhogen. In Suriname is van de 400+ wetenschappers (waaronder docenten) op de universiteit maar 15% gepromoveerd. Dit niveau wordt al decennia behouden. De Adekus kent gemiddeld 1 promotie per jaar. Echter blijkt ook dat bij de promoties in Suriname, de commissie die de promovendus aan de tand moet voelen, veelal niet volledig bestaat uit gepromoveerden. Dit komt vanwege het gebrek aan gepromoveerden in Suriname.
Gesteld zou kunnen worden dat UWI het beter doet dan Adekus vanwege haar leeftijd. UWI bestaat al 70 jaar en Adekus maakt pas van het jaar een halve eeuw compleet. Echter wijst Menke erop dat er ook universiteiten in de regio zijn, waaronder in Brazilië, die veel jonger zijn dan de Adekus, maar het veel beter doen dan de Adekus. “Omdat die zijn gaan meeliften met de standaarden en kwaliteit van grote universiteiten in de wereld”, stelt de hoogleraar.
Hij kijkt steeds meer naar de regio, omdat het van belang is dat de Adekus inhoudelijk/wetenschappelijk niet achter blijft. Dit maakt eigenlijk dat het instituut ook achter raakt in verdiensten/inkomsten. De universiteit kan moeilijk in aanmerking komen voor subsidies/fondsen bij bedrijven of uit het buitenland. “Met meer PhD’ers verhoog je niet alleen de ranking, maar ook de kwaliteit van onderzoek, dienstverlening, en je kunt internationaliseren. Als je als universiteit niet internationaliseert, blijf je steken. Je kunt het vergelijken met discussies krijgen, maar met elkaar. Op zich is het goed, maar je krijgt veel meer toegevoegde waarde wanneer je kruisbestuiving krijgt”, meent Menke.
“Als je het voorbeeld neemt van Trinidad, dan moet je een Graduate/PhD school hebben. Je moet ten tweede je publicaties in het Engels/Spaans (een vreemde taal) uitbrengen. Je moet iets doen aan de taal waarin je doceert. Wil je internationaal zijn, dan moet je ook studenten aantrekken uit het buitenland. Niet alleen PhD, maar mensen moeten ook hun bachelors en masters hier komen doen. Heel weinig buitenlandse studenten komen op de universiteit van Suriname studeren. Het grootste probleem is de taal”, vertelt de ex-voorzitter. De PhD school moet verder vrij autonoom zijn (draaien als een faculteit). De universiteit moet volgens Menke beleid maken om zwaar te internationaliseren. De universiteit moet ook minder afhankelijk worden van overheidssubsidies (die bijkans 90% deel uitmaken van haar inkomsten).
Kavish Ganesh