Advocaat Irene Lalji heeft op maandag 6 mei de veroordeelde Simeon P. vrij gepleit in de raadkamer. Deze veroordeelde werd op 4 april 2013 aangehouden en werd door de kantonrechter veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 jaar met aftrek. De veroordeelde tekende hoger beroep tegen het vonnis van de rechter en werd op 2 februari 2017 conform de eis, dus 9 jaar, veroordeeld door het Hof.
Op 22 maart 2019 ontving Simeon een adviesbrief van de VI-commissie dat zijn voorwaardelijke invrijheidstelling is afgewezen. Na 6 jaren, dus 2/3 deel van zijn opgelegde straf te hebben uitgezeten, werd de voorwaardelijke invrijheidstelling (VI) van de veroordeelde geweigerd. De VI-commissie had dit afgewezen, daar de veroordeelde Simeon P. 5 keren in de inrichting tuchtrechtstraffen had gehad. Hij was 5 keren betrapt met een mobiele telefoon in de inrichting. Volgens de veroordeelde was hij 3 keren terecht gestraft, maar de 2 andere keren onterecht. Op grond van deze tuchtstraffen gaf de VI-commissie aan dat hij zich ernstig had misdragen.
De familie heeft toen advocaat Lalji in de arm genomen. Zij diende conform artikel 33 lid 3 van het Wetboek van Strafrecht op 10 april 2019 een bezwaarschrift in bij de raadkamer. Deze zaak werd op maandag 6 mei 2019 in behandeling genomen en de raadkamer wees het verzoek toe en de stelde de veroordeelde in vrijheid. Volgens de gedetineerde heeft hij zich altijd goed gedragen, waardoor hij voldoet aan de voorwaarden voor de VI als gesteld in artikel 29 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht. Volgens de raadsvrouw is een wetswijziging gedateerd van het jaar 2015. Artikel 29 van het Wetboek Strafrecht zegt dat de veroordeelde voorwaardelijk in vrijheid kan worden gesteld wanneer deze 2/3 deel van zijn straf heeft uitgezeten.
Lalji geeft als kernboodschap aan de samenleving, althans de familie van gedetineerden, mee om extra goed op te letten vanaf de datum van de VI. Indien de VI is afgewezen wordt er geen beschikking uitgereikt aan de veroordeelde c.q. gedetineerde. Met de adviesbrief van de VI-commissie moet de veroordeelde zo spoedig mogelijk een advocaat raadplegen. Dit moet binnen een termijn van 14 dagen ingediend worden. Indien de datum is verstreken, heeft de gedetineerde geen recht meer om een bezwaarschift in te dienen.
Saskia Bandhan