In onze jonge jaren leerden we op de lagere school: 800 n.Chr. de Batavieren komen in ons land. Met ons land werd bedoeld Nederland. De Batavieren waren een groot aantal barbaarse volksstammen uit Duitsland, die na het vertrek van de Romeinen op houtvlotten en korjalen de Rijn waren komen afdrijven op zoek naar betere woonoorden. Ze noemden zichzelf Friezen, Franken, Saksen, Longobarden etc. Ze hadden blauwe ogen, zwarte ogen, bruine ogen, grijze ogen en groene ogen en spraken een veelheid van talen. Ze hadden zwart haar, bruin haar, blond haar. Ze waren herkenbaar voor elkaar. Je had lange, middelmatig grote en korte. Toch herkenden zij elkaar. Zo iets als onze marrons. Je hebt Saramaccaners, Aloekoes, Djoeka’s, Aukaners, Paramaccaners, Bonni negers etc.
Ze kwamen met hun traditioneel gezag die titels droegen als hertog, baron, ridder etc. die bepaalden wat ze doen en laten mochten. (Hier hebben wij opperhoofden en basjas etc). Ze kwamen terecht in braak land dat vaak onder de zeespiegel lag. Bij stukjes en beetjes werd hun nieuwe omgeving door hen bedwongen en leefbaar gemaakt. Hun menselijke natuur werd in rustiger vaarwater geleid. De weinige schatten die de Schepper voor hen had achtergelaten, in de grond, boven de grond, in het water etc. werden zoveel mogelijk benut. De houtvlotten en korjalen die hen hadden gebracht evolueerden tot zeilschepen, de zeilschepen tot stoomschepen, de stoomschepen tot dieselschepen, de dieselschepen tot atoomschepen, cruiseschepen, vliegtuigmoederschepen en raketten naar de maan. Hun hutten evolueerden tot wolkenkrabbers. De talen die ze hadden meegenomen uit het stamland evenals hun klederdrachten verdwenen stuk voor stuk naar het tweede plan om plaats te maken voor nieuwe vindingen.
In het jaar 1000 telden ze gezamenlijk zowat 200 000 personen. In het jaar 1500 was hun aantal gegroeid naar 950.000. Ondanks dat kleine aantal waren ze in staat op de vuist te gaan met grote landen als Spanje, Engeland en Frankrijk.
Ze hadden al vroeg koloniën. Zowel voor de uitbuiting zoals ons land als voor de vestiging, zoals Zuid Afrika. Er zijn landen die hun naam dragen zoals Tasmanië
en Nieuw Zeeland.
Ze werden tijdens hun bestaan ook twee maal bezet en mishandeld. Door Frankrijk in 1800 en Duitsland in 1940. Hun koning is van Duits bloed. Hij zingt nog steeds: de koning van Spanje heb ik altijd geëerd zonder dat iemand daar aanstoot aanneemt. Je hoort ze nooit praten over genoegdoening.
Ze nemen vandaag de dag een plaats van gezag in de wereld der belangrijke landen in. Als het nou gaat over sport, economie of wetenschap. Hun ontwikkeling is bijna steeds crescendo geweest. Nieuwe dingen van elders werden met graagte ingebouwd in het eigene en in veredelde vorm aan de wereld gemeenschap teruggegeven.
Het kan ze geen fluit schelen als de meerderheid van de spelers in het Nederlands elftal uit zwarte spelers bestaat, zolang ze maar winnen voor de eer van Holland.
Te water lating
Zowat zestig jaar geleden besloten zij een boot van hun creatie genaamd Suriname te water te laten. De bemanning bestond uit mensen die al dan niet vrijwillig waren gerekruteerd in alle landstreken van de wereld. Hun enige bindmiddel was de Nederlandse taal. Die werd met kracht en geweld ingepompt. Die was niet alleen belangrijk voor de onderlinge verstandhouding. Ze gaf ook toegang tot het magazijn, waarin de totale kennis van de mensheid vanaf de schepping in boeken is opgeslagen. Als de bemanning in dubio zou komen te verkeren hoe verder te handelen, zou die slechts in het magazijn behoeven te duiken op zoek naar oplossingen en niet steeds weer het wiel behoeven uit te vinden. Voetnoot: het wordt hen vandaag de dag door domoren kwalijk genomen dat ze straf kregen als ze een andere taal op school durfden te spreken.
De bemanning kreeg de vrije hand over een land dat werd omschreven als een van de potentieel rijke landen van de wereld.
Het resultaat
Het is misschien nuttig een onderzoek in te stellen naar de belevenissen van de bemanning gedurende de afgelopen zestig jaar.
We hadden een vliegende start. De optimisten die hadden voorspeld dat wij een belangrijke rol zouden gaan spelen in dit deel van de aarde, bleken gelijk te krijgen. We waren per slot van rekening pupillen van de Hollanders die het ver geschopt hadden.
Binnen een luttel aantal jaren kregen we een Brokopondo dam voor de energie voorziening, we kregen een bauxiet en aluminium industrie, we kregen een Picus Pont voor de hout export, we kregen een Billiton voor de bauxietindustrie, we kregen een garnalen industrie (Sail), een bacoven industrie, een kleding industrie (Ramakers) en een rijstindustrie (Wageningen) die de bewondering oogstte van de hele wereld. We kregen een fabriek die pre fab woningen leverde aan het buitenland.
Onze mensen werden waardig bevonden om de leiding over de multinationals over te nemen. Onze doctoren maakten furore in het buitenland. Onze mulo afgestudeerden werden vaak goed genoeg bevonden om rechtstreeks op Nederlandse universiteiten te belanden.
Onze mensen werden tot ambassadeur voor het nieuwe koninkrijk aangesteld in het buitenland. Onze voetballers versloegen het gehele Caribische gebied en een van onze mensen drong zelfs door tot het bestuur van de FIFA. De schepen van de KNSM kwamen helemaal naar ons land om gerepareerd te worden.
Ons inkomen per hoofd van de bevolking lag hoger dan dat van Costa Rica en Barbados.
De Nobelprijs winnaar economie Jan Tinbergen kwam naar ons land om ons te manen het een beetje rustiger aan te doen wegens het gevaar van oververhitting.
Vrije val
Plotseling begon een vrije val. De richting van de val kan worden afgeleid van het kaliber van onze regeringsleiders. De eerste regeringsleider was Julius Caesar de Miranda (1906 – 1956). Na de MULO in Suriname ging hij naar het gymnasium in Den Haag, en behaalde in 1928, het doctoraal rechten aan de Universiteit van Amsterdam.
Hij was van 1932 tot 1946 lid van ons parlement. In 1946 promoveerde hij aan de Universiteit van Amsterdam tot doctor in de rechten. In 1948 werd in ons land het algemeen kiesrecht ingevoerd. Hij werd namens de NPS de eerste premier van Suriname.
Johannes Buiskool (1899 – 1960) werd de tweede regeringsleider. Hij werd geboren als zoon van Hendrik Buiskool die dominee in ons land was. Het gezin vertrok weer naar Nederland. Hij deed eerst zijn HBS in Den Helder en vervolgens zijn gymnasium rond 1918 . In juli 1925 behaalde hij het doctoraal examen Nederlands Recht om in juni 1929 benoemd te worden tot kantonrechter. In 1935 promoveerde hij tot doctor in de rechten op een proefschrift over de onafhankelijkheid van de Filipijnen waarin de positie van Suriname een ruime behandeling kreeg. Hij werd 1941/1942 door de Duitsers opgesloten in het concentratiekamp Sachsenhausen.. In l945 werd hij benoemd tot lid van het Hof van Justitie in ons land en maakte in l948 deel uit van de Surinaamse delegatie bij de Eerste Ronde Tafel Conferentie in Den Haag.
In 1951 werd hij door de NPS voorgedragen als premier van ons land. Dat bleef hij tot 1952
Toen volgde als derde Severinus Emanuels.(1910-1981). Hij werd geboren in Rotterdam en studeerde rechten letteren en wijsbegeerte in Utrecht. Hij werkte van 1934 tot 1950 als rechter in Indonesië. Hij was minister president van 1958 tot 1963.
Opvallend is dat de eerste minister presidenten allen jurist waren stammend uit de betere families. Toen nam Johan Adolf Pengel het roer in handen en begon de toer bergafwaarts. (wordt vervolgd).
Mr.dr. W.R.W.Donner