De samenleving gaat al een jaar gebukt onder de negatieve gevolgen van de aanhouding van de geldzending van 19.5 miljoen euro door Nederland. En het is moeilijk te begrijpen dat van de regeringszijde geen enkele afdoende politieke reactie komt. Juist omdat er geen aanwijsbare juridische redenen zijn waarom de geldzending van 19,5 miljoen euro door Nederland is aangehouden moeten de redenen van de inbeslagname in de politieke hoek gezocht worden. Dat het bankwezen van Suriname maatregelen zou moeten nemen om het geld los te krijgen is een drogreden. Maar vanuit de regering stelt niemand zich de vraag of het Openbaar Ministerie van Nederland of van welk ander land aan Suriname zoiets kan voorschrijven met het mes op de keel. Waarom neemt Nederland geen geldbedragen in beslag van landen die reeds op de zwarte lijst voorkomen en stelt dezelfde voorwaarden aan die landen? De weg via juristen is kostbaar en een lange weg. De Surinaamse regering had allang al een politiek antwoord moeten hebben gegeven. Het uitblijven van dat politiek antwoord betekent dat we als land ons verder laten vernederen door een land dat doorgaat voor het grootste drugs- en witwas land van Europa.
Het is niet aan een Openbaar Ministerie van welk land dan ook om gelden die via de Centrale Bank van een ander land getransporteerd worden in beslag te nemen voor een zogenaamd crimineel onderzoek. En zeker niet om vervolgens ook nog te vragen naar gedetailleerde verantwoording van de gelden waaraan ook nog wordt voldaan onder medewerking van de Centrale Bank, de Surinaamse banken en het Surinaamse OM. Dit op zich al is opzienbarend dat het rechtssysteem van een vreemd land tot in een ander soevereine staat jurische en rechterlijke verantwoording opvraagt. Maar dat vervolgens de Governor van de Centrale Bank van Suriname afreist, in gesprek gaat met het Openbaar Ministerie in Nederland, om vervolgens terug te komen om te melden dat een klaagschrift ingediend zal worden een jaar na de inbeslagname is gewoon te gek voor woorden. Het lijkt erop alsof de Surinaamse regering geen drupje zelfrespect meer heeft. En dan is het deze president die de mond vol heeft van dekolonisatie en dat Nederland zich niet moet bemoeien met interne aangelegenheden van ons land. Maar dat we dit van het Openbaar Ministerie van Nederland het accepteren, betekent dat we dan erg laag gezonken zijn.
Het Openbaar Ministerie van Nederland is de laatste instantie die dit soort onderzoeken zou moeten plegen naar de herkomst van gelden van een ander soeverein land. Nederland staat inmiddels bekend in de wereld als het grootste drugs- en witwasland van Europa. De situatie in Nederland is nu zelfs zodanig uit de hand aan het lopen dat sommige Europarlementariërs van mening zijn dat Nederland op de zwarte lijst moet belanden. Al om die redenen had de Surinaamse regering allang al beslag moeten laten leggen op tegoeden van Nederlanders, Nederlandse bedrijven in Suriname inclusief de Nederlandse Ambassade en daar verantwoording over moeten vragen aan het Nederlandse OM. Ook zou het voor Nederland lucratieve luchtvaartverdrag allang al moeten zijn opgeschort. In de internationale betrekkingen is dit de wijze waarop een land hoort te reageren op dit soort onrechtmatige politieke daden van een ander land. Maar we worden weer met de neus op de feiten gedrukt: kennelijk is de huidige regering slechts in woorden progressief. In dit soort Nederlandse intimidaties denkt de regering kennelijk nog zoals de oude politiek: loyaal en nederig naar Nederland. “Decolonize the mind” is veel verder weg dan we denken.
Palu