“Ministers, onze voorbeeldfiguren, zijn vandaag de dag onbevredigbaar. Ze kennen geen verzadigingspunt in het vergaren van materiele zaken. Ze zijn onbevredigbaar.” Tot deze conclusie komt politiek-analist Hardeo Ramadhin wanneer hij de handeling van de duo ministers Patrick Pengel van Openbare Werken en Communicatie en minister Regillio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen nader in beschouwing neemt. Deze twee bewindslieden hebben in collectief verband een stichting opgericht en daaraan een naamloze vennootschap (nv) verbonden met als doel bedrijfsactiviteiten te ontplooien. Toen deze twee voorbeeldfiguren de hete adem voelden aankomen, hebben zij doen overkomen als zou de stichting inactief zijn. Maar dat de stichting door deze twee bewindslieden is opgericht, is wel een vaststaand feit.
Pengel en Dodson hebben zichzelf gezegend
“Wie het kruis heeft, zegent zichzelf het eerst. Hier zijn Pengel en Dodson echte voorbeelden van.” Tegenover Dagblad Suriname verduidelijkt Ramadhin dat deze twee ministers misbruik hebben gemaakt van hun ambt van minister. “Elke burger van het land heeft het recht om een stichting of een nv op te richten. Dat is geen punt van discussie! Maar waar het om gaat, is dat deze twee mannen gedurende hun ambt als minister een stichting hebben opgericht. Dat is machtsmisbruik”, aldus de politiek-analist. Ramadhin memoreert dat niet uit het oog verloren moet worden dat bij de beëdiging tot hun ministerschap Pengel en Dodson de volgende woorden hebben uitgesproken: “Ik (Pengel en Dodson) zweer (verklaar) dat ik middellijk noch onmiddellijk onder welke naam of welk voorwendsel ook, in verband met mijn benoeming tot minister aan iemand wie het ook zijt, iets heb gegeven of beloofd, noch zal geven of beloven”. De beide ministers zouden er goed aan doen om deze woorden die ze bij het aanvaarden van hun ministersambt hebben uitgesproken, goed te analyseren. Ramadhin merkt op dat je als minister niet eens mag beloven. “En wat zien we gebeuren. Beide ministers hebben zichzelf gezegend.”
Hangt van beschaving af
“Dat Dodson en Pengel ondanks deze immense blunder nog durven aan te zitten en er niet aan denken om de eer aan zichzelf te houden, is sterk afhankelijk van hun moraal, ethiek, vorming, beschaving en hun achtergrond, wat zij wel of niet accepteren. Veelal is het zo dat ministers zich verschuilen achter te stelling: “De president benoemt en ontslaat” ondanks al de uitglijders die zij maken. Zou dergelijke kwestie zich hebben afgespeeld in Nederland, België, Frankrijk, Amerika en India, dan zouden de bewindslieden onmiddellijk hun koffers hebben ingepakt. In deze landen voelen ministers zich schuldig wanneer een project mislukt is, terwijl in Suriname de ministers doen alsof hun neus bloedt en er niet voor schromen om parlementariërs uit te dagen om met bewijzen te komen.” Ramadhin voegt hieraan toe dat “Pengel moet komen bewijzen dat de stichting niet op zijn naam is. Hij moet Jogi niet uitdagen om met bewijzen te komen waar hij gefraudeerd heeft”. De politiek-analist kan het niet begrijpen dat personen met een ministersambt met dergelijke ondermaatse redeneringen komen opdraven. “Dit is accentverlegging. Die man is minister. En wanneer je minister bent, kan je geen stichting oprichten. Dat zeg je zelf wanneer je je eed of belofte aflegt in handen van de president.” Deze houding van Pengel illustreert Ramadhin middels het volgend voorbeeld: “Dus mijn poort en huis alles is mooi netjes op slot en niemand is thuis. De inbreker die rond het huis loopt met een koevoet in zijn hand en mij toevallig thuis ziet aankomen en op hem ziet afkomen, reageert als volgt: “Mi no be wan fufuru”. Maar hij liep al die tijd met een koevoet rondom het huis.” De politiek-analist zegt dat er geen juridische kennis vereist is om te kunnen stellen dat de stichting op naam van Pengel en Dodson geen zuivere koffie is.
Amafo is duizendmaal beter
Met al de blunders en de uitglijders die de NDP-ministers begaan, blikt Ramadhin terug in de periode van de Nieuw Front-regering. Zij hebben er niet voor geschroomd om hun ministers die buiten hun boekje waren gegaan in de gevangenis op te sluiten, namelijk de oud-minister van Openbare Werken, Dewanand Balesar. En de minister van Transport, Communicatie en Toerisme, TCT, Alice Amafo, die haar dertigste verjaardag met staatskosten had gevierd, werd door president Ronald Venetiaan gevraagd de eer aan zichzelf te houden. “Ik praat datgene wat Amafo heeft gedaan niet goed, maar dat is duizendmaal beter wanneer ik de naar de handelingen en gedragingen van de NDP-ministers kijk. En toen die kwestie van Amafo aan het licht kwam, stond de fractieleider van de NDP, Andre Misiekaba, in het parlement te schreeuwen van “soso fufuru, soso fufuru”. Waarmee zijn dan zijn eigen ministers bezig?”, aldus Ramadhin de zich afvraagt of Misiekaba nu oogkleppen op heeft en oordopjes in zijn oren heeft om geen deelgenoot te kunnen zijn van de vele blunders die de NDP-ministers hebben gemaakt en nog steeds maken.
Asha Gajadien-Bhagwat