Iedere opvoeder probeert het kind naar beste kunnen op te voeden. Dan zijn we vaak meer met woorden bezig:” Netjes zitten, netjes praten, toon respect, vecht niet, chanteer en intimideer niet enz. We verwachten dat het kind zal luisteren en gehoorzamen. Dat konden we vroeger nog voor elkaar krijgen, echter in deze moderne tijd is de vaak gehoorde klacht dat er slecht wordt geluisterd. Ook weten we dat een kind automatisch nadoet wat hij ziet en in de huidige wereld krijgt hij veel te zien dat niet bestemd is voor kinderogen. Het is dus raadzaam dat volwassenen daar rekening mee houden.
Zien doen, wordt nadoen! Een volwassene houdt hier rekening mee en probeert zoveel mogelijk het goede voorbeeld te geven. Een blik in de wereld van nu laat echter zien dat we honderd procent kunnen stoppen in de opvoeding van onze kinderen, maar dat er aan de buitenkant voor twee honderd procent aan het kind wordt getrokken. Het kind van nu wordt doodgegooid met negatieve indrukken die zijn of haar opvoeding beïnvloedt. De dingen waar het kind van nu mee wordt geconfronteerd zijn erg verontrustend:
– Het kind krijgt in zijn opvoeding mee dat hij/zij niet mag vechten, maar ziet daarentegen veel geweld op de televisie, op internet en ook dicht bij huis.
– Het krijgt thuis te horen dat een probleem moet worden uitgepraat, maar hij ziet dat volwassenen steeds minder de oplossing voor een probleem zoeken in een dialoog. Er wordt meer gedreigd en geïntimideerd.
Intimidatie is iemands gedrag beïnvloeden door hem angst aan te jagen door te dreigen met negatieve gevolgen. Deze gevolgen kunnen bijvoorbeeld lichamelijk geweld zijn, maar ook andere negatieve gevolgen zijn denkbaar. Intimidatie kan tegen een individu gericht zijn maar ook tegen een land. Er kan onderscheid gemaakt worden in: – Fysieke intimidatie, (lichamelijk geweld).
– Verbale intimidatie, waarbij het dreigement impliciet of expliciet verbaal wordt overgebracht. – Schriftelijke intimidatie, waarbij het dreigement schriftelijk wordt overgebracht (per brief of e-mail).
Vooral leiders van landen maken steeds meer gebruik van intimidatie en dreigementen om bepaalde eisen kracht bij te zetten. Men kan hierbij denken aan legeroefeningen bij de grens van een buurland, dreigementen met oorlog, of het openlijk publiceren van binnenlandse stemmingmakerij zoals legeroefeningen of demonstraties tegen het andere land. Andere vormen van intimidatie zijn economisch van aard. Men kan denken aan het dreigen met het opschorten van ontwikkelingshulp, economische sancties, bevriezen van banktegoeden of opzegging van bepaalde verdragen.
Intimidatie is een ‘hard’ middel in de interpersoonlijke communicatie, waar grote gevolgen aan verbonden zijn:
– Ten eerste zal de relatie met de andere partij vrijwel zeker onherstelbaar beschadigd worden. Medewerking en verdere samenwerking zal, zelfs als de ander toegeeft, niet van harte verlopen en sabotage of wraakacties in de toekomst zijn denkbaar. Ook de relatie met derden
kan schade oplopen, wanneer zij de intimidatie afkeuren. (annexatie van de Krim
door Rusland is door vele landen afgekeurd).
– Een ander probleem bij intimidatie is dat men zich in een positie manoeuvreert
waaruit nauwelijks nog een weg terug mogelijk is. Het dreigement is in de gegeven situatie het enige machtsmiddel en wanneer de ander niet toegeeft kan men niet anders dan dit dreigement uitvoeren, om de geloofwaardigheid niet te verliezen. Dit is ook voor de intimiderende nadelig omdat hij immers dit niet wil, hij wil slechts dat de ander doet wat hij zegt. Wanneer het dreigement eenmaal is uitgevoerd heeft de intimiderende persoon ook geen machtsmiddel
meer jegens de ander. Een recent voorbeeld is Trump. Hij probeert met hogere invoerheffingen landen te intimideren en zijn wil op te leggen. In eigen land dreigt de president een einde te maken aan een speciaal immigratie programma en laat hij kinderen van hun ouders scheiden die als illegale asielzoekers in het zuiden van de VS de grens oversteken. Deze acties moeten het Amerikaanse Congres dwingen om migratiewetten aan te passen naar de smaak van de president, inclusief de bouw van de veelbesproken muur aan de Mexicaanse grens. Ook het Surinaamse kind blijft deze nadelige invloeden niet bespaard. Het ziet maar al te vaak dat voorbeeldfiguren het volk voorliegen en zoet houden met loze beloften. Het ziet dat mensen zich laten intimideren omdat ze bang zijn hun broodwinning te verliezen. Hij ziet dat onrechtvaardig en corrupt gedrag wordt beloond in plaats van bestraft, dat duistere zaken onder het tapijt worden geschoven in plaats van berecht.
Kinderen worden dagelijks met al deze negatieve invloeden geconfronteerd via de media of dichtbij huis. Ze zien allerlei vormen van geweld. Ze zien hoe de spullen van anderen worden vernield, dat er geen respect meer is voor het eigendom van een ander, ze zien en horen leiders van landen dreigende taal uitslaan tegen het eigen volk of tegen andere landen. Ze zien dat leiders meer op eigen voordeel gefocust zijn dan op het welzijn van het volk. Ze zien hoe vuilnis en chemisch afval langs de weg worden gedumpt enz. Terwijl het kind aan de ene kant wordt geconfronteerd met negatief, destructief en intimiderend gedrag, moet het zich aan de andere kant houden aan de keurige regels van de opvoeder:’ je mag niet vechten, niet dwingen, geen spullen van anderen kapot maken, geen dreigende taal uitslaan, toon respect voor de ander en ruim je eigen rommel op enz.’ Het kind wordt geestelijk verscheurd. Ook zien kinderen dat geld fungeert als machtsmiddel. Het ziet dat landen met het grote geld alles vernietigende wapens maken en elkaar hiermee proberen te intimideren, dat er miljoenen worden gespendeerd aan wapens en oorlog voeren. Met die wapens worden er mensen gedood, uit hun huizen verdreven en steden en landen in puin geschoten. Het ziet de beelden van armoede, honger en ziekte. In het kinderbrein rijst de vraag waarom dat grote geld niet wordt besteed om armoede en honger te bestrijden en de wereld gezondheidszorg te verbeteren. Op de duur zal het kind niet meer weten wat fatsoen of humaan gedrag is of tegen welke voorbeeldfiguren het moet opkijken Kunt u zich voorstellen hoe verwarrend dit tegenstrijdige gedrag is voor een kind. Onze nazaten zijn hard op weg om verwarde en onevenwichtige mensen te worden.
Een kind is de toekomst van morgen dus een maatschappij of samenleving wordt gebouwd op de kinderen die eraan komen. Een kind dat innerlijk verdeeld is, kan geen bijdrage leveren aan een evenwichtige samenleving. Probeert u zich een beeld te vormen van onze toekomstige wereld met deze verscheurde kinderen. Tegen natuurgeweld kunnen we weinig of niets ondernemen, maar het gedrag van mensen is te corrigeren. Het is nog niet te laat, we kunnen het tij nog keren door aan het kind van de toekomst het goede voorbeeld te geven zodat onze toekomstige wereld er een zal zijn van rust, fatsoen, evenwichtigheid en respect voor elkaar.
“Als liefde wet geworden is, is de strijd gestreden, ontspruit uit alle naties harmonie en vrede, vinden alle volkeren een plaats van samenzijn en zal de harde wereld een mooie aarde zijn.”
Josta Vaseur