De eerste elektronische identiteitskaarten (e-ID) zijn op 15 maart 2019 uitgeprint. De-16 jarige Dorothy Mercedes en de 103-jarige Ferdinand Alexander waren de eerste twee burgers, die na vicepresident Ashwin Adhin hun identiteit hebben mogen digitaliseren. Volgens Adhin is dit de eerste keer sinds het bestaan van de Staat Suriname dat Surinamers hun identiteit digitaliseren. Suriname heeft volgens Gardelito Hew A Kee (E-Gov) geïnvesteerd in een geïntegreerd identificatiesysteem waar een print-house onderdeel van is. Met dit systeem zullen niet alleen beveiligde documenten geproduceerd worden. Dit systeem zorgt volgens hem ook voor de veiligheid en kwaliteit van Surinaamse documenten. “Het hoeft niet meer hier, waar alle mensen vanuit alle districten naar toe moeten komen. Geheel gedecentraliseerd vanaf maandag op 14 locaties in alle districten”, zei Hew A Kee. Er is een keten waar een hogere ambtenaar zijn goedkeuring moet geven en kwaliteitsambtenaren checken of de kwaliteit klopt. Daarna krijgt de burger een SMS om het document af te halen bij het desbetreffende Bureau voor Burgerzaken.
De wet schrijft voor dat de kaarten binnen maximaal 30 dagen moeten worden afgegeven aan de burger. Biza-minister Mike Noersalim stelt dat het niet zo hoeft te zijn dat men precies op de 30ste dag de kaart krijgt. Afhankelijk van de toeloop kan men eerder over de kaarten beschikken. De kaarten worden volgens de bewindsman gratis vervangen. “Uw identificatie kan niet meer nagemaakt worden als Surinamer. Informatie zoals dat op social media lag, zal vanaf vandaag niet meer gebeuren”, stelde Hew A Kee. Bosko Bozilovic, deputy CTO van het servicebedrijf dat het systeem aanleverde voor de overheid, vertelde in gesprek met Dagblad Suriname dat het systeem ook zodanig beveiligd is dat iedere handeling van een ambtenaar in het systeem te traceren is en zodanig gedocumenteerd wordt dat de desbetreffende ambtenaren hun handelingen ook niet kunnen ontkennen.
Adhin benadrukte dat het misbruiken van de identiteit van andere burgers nu tot het verleden moet gaan behoren. “Dat alles behoort tot het einde vanaf vandaag”, meent de vicepresident. De gegevens van de burgers worden centraal opgeslagen in de dataserver van de overheid. Het beheer daarvan blijft bij CBB. De informatie zal voor derden pas leesbaar zijn als men toegang geeft tot de kaart met een vingerafdruk. Vanuit CBB mag de data niet voor derden beschikbaar gesteld worden. Het systeem dat gisteren in gebruik is genomen, heeft US$ 9.7 miljoen gekost. De ID-kaart is daar onderdeel van. In dit geval gaat het ook om servers ten behoeve van de datacenter en een back-up datacenter, 400.000 ID-kaarten, 100.000 rijbewijzen en 62 modules voor de training. Ook een back-up generator is inbegrepen om het werk van CBB ongehinderd uit te kunnen voeren. Het systeem (de printers) voor rijbewijzen bij de politie wordt vervangen met dit nieuw systeem. Ook de oude printers van CBB zijn vervangen. Volgende maand wordt het paspoortensysteem overgenomen met het nieuwe systeem.
Kavish Ganesh