Voor de truckhouders is de maat al vol. Zij geven de regering 3 dagen de tijd om een oplossing te vinden voor de moordende tarieven van de rij- en voertuigenbelasting. Bij hen bedraagt deze belasting, afhankelijk van het gewicht, tussen de SRD 465 en SRD 4.390. Hetgeen de besturen van de Unie van Truckhouders en Zwaar Materieel in Suriname (UTZS) en Coöperatieve Federatie Weg- en Spoortransport (Cofwes) hebben bereikt, betreffende onder andere de invoerrechtenvrije import van banden, typeren de truckhouders als mosterd na de maaltijd. Tijdens de algemene ledenvergadering (alv) van de truckhouders op 10 maart te Boma Star hebben zij duidelijk laten blijken dat ze het niet zullen dulden om een dubbele belasting te betalen.
“Het is heel goed dat we invoerrechtenvrije banden mogen importeren. Maar dat is mosterd na de maaltijd; we willen dat de rij- en voertuigenbelasting of de government take op benzine komt te vervallen. Deng tra multinationals feni alla soort vrijstelling. Te deng mang importeer wan truck, deng mang n’e pai invoerrechten. Te wi importeer wan truck, wi musu pai invoerrechten. En dat kan niet. Eendracht maakt macht”, luchtte een truckhouder zijn hart. Vele van de aanwezigen konden zich terugvinden in deze zienswijze. Zij zijn bereid het heft in eigen handen te nemen wanneer de regering geen verlichting brengt binnen 3 dagen.
Bestuur UTZS staat niet achter acties
Alhoewel het bestuur van UTZS niet tevreden is over de invoering van de rij- en voertuigenbelasting, is Nizaam Ozir, voorzitter van UTZS, niet van plan om de eventuele acties van de truckhouders te ondersteunen. Dit kwam expliciet naar voren tijdens de alv. “Wij willen dat de Wet Rij- en Voertuigenbelasting herzien wordt. De belastingtarieven zijn te hoog. Dit moet met 50% omlaag gaan. Het beste is dat deze wet afgeschaft wordt, want een ieder betaalt al belasting via de government take op benzine”, benadrukt Ozir tegenover Dagblad Suriname. Een lamlegging is pas zinvol als elke truckhouder eraan meewerkt en dat ziet Ozir niet gebeuren. Deze conclusie trekt hij aan de hand van de opkomst van de alv; ongeveer 100 truckhouders waren aanwezig terwijl de groep veel groter is.
“De termijn van 3 dagen hebben de leden gesteld aan de regering om het verzoek te realiseren. Indien er geen reactie komt, mogen zij staken maar daarvoor zijn wij als bestuur niet verantwoordelijk.” Ozir kijkt uit naar de uitkomst van de rechtszaak betreffende de rij- en voertuigenbelasting. Indien de rechter beslist om de wet te herzien, dan is er geen vuiltje meer aan de lucht. Echter, als de rechter anders beslist, zal een brandstofcompensatie voor de truckhouders en invoerrechtenvrije import van banden noodzakelijk zijn. “Ik hoop dat de regering een open oor heeft voor ons om de belasting uit te stellen. De unie gaat na 13 maart, in de komende 2 weken, onderhandelen met de regering. Dat is dus na de uitspraak. Prikacties zijn voor die tijd niet uitgesloten, maar dat staat dan los van de Unie”, aldus Ozir.
KSR