Jaarlijks 23.000 aangiften
Mathoera deelde mee dat het aantal aangiften op jaarbasis gesteld is op circa 23.000. “Het aantal inbraken en gekwalificeerde diefstal op jaarbasis is ongeveer 9.000. Bij het aantal zedendelicten is dat ongeveer 280 per jaar. In 2016 waren er 1.300 gevallen van berovingen en overvallen, en in 2017 1.600. Op jaarbasis hebben we 100 aanhoudingen”, somde Mathoera enkele van de criminaliteitscijfers op. Zij voerde aan dat de perceptie veiligheid in een samenleving beïnvloed wordt door 3 belangrijke factoren: sociale response (media en social media), schade (mate van geweld, armoede door corruptie en afnemend vertrouwen), en acceptatie. Alhoewel Mathoera tevreden is met de recente versterking van de rechterlijke macht, de opleiding voor het Openbaar Ministerie en het cameraproject, is zij van mening dat er veel meer nodig is om de criminaliteit hardhandig aan te pakken.
Geen aangifte bij ondermijnende criminaliteit
Een ander zorgpunt is de steeds groter wordende ondermijnende criminaliteit. Deze vorm van criminaliteit is vrijwel onzichtbaar en tast de integriteit van de samenleving en instituten aan. Daarnaast heeft het een verwevenheid met de onder- en bovenwereld. “Hierover wordt er normaliter geen aangifte gedaan, maar het is heel funest voor de samenleving; het maakt de structuren kapot en het schaadt het vertrouwen.” Doordat er geen melding wordt gemaakt van ondermijnende criminaliteit is de omvang ervan moeilijk in te schatten en in te dammen. “We kunnen dat alleen verwijten op basis van zaken die steeds gebeuren, zoals de megadrugsvangst van 2.300 kg. Als je niets doet, wordt jouw territoir gebruikt door criminelen. Voordat je denkt, wordt je land aangemerkt als een narcostaat.”
Corruptiebestrijding noodzakelijker
Mathoera vindt dat het corruptievraagstuk eveneens onder de loep genomen moet worden, daar dit criminaliteit in de hand kan werken. De Vereniging van Economisten in Suriname (VES) heeft een staatsschuld van SRD 28 miljard (USD 3.7 miljard) vastgesteld. Het is voor velen nog een groot vraagteken waarin dit geld geïnvesteerd wordt. “De transparantie en verantwoording ontbreken, waardoor wij niet kunnen weten hoeveel er daadwerkelijk geïnvesteerd wordt in de samenleving.”
Begroting diverse ministeries vertoont scheve verhouding
Mathoera merkt op dat het totaal beleidsprogramma een kostenplaatje heeft van 11. 5 miljard SRD. Hiervan is SRD 26 miljoen toebedeeld aan het ministerie van Justitie en Politie (Juspol). De Civiel Technische Werken (CTW) heeft een begroting van SRD 2.7 miljard. “Desondanks moeten wij rij- en voertuigenbelasting betalen.” Aan het ministerie van Binnenlandse Zaken (Biza) is SRD 166 miljoen toebedeeld en aan Algemene Zaken SRD 96 miljoen. Het grootste deel van de begroting, SRD 4.5 miljard, is bestemd voor het ministerie van Financiën. Voor het ministerie van Handel, Industrie en Toerisme (HI&T) is SRD 59 miljoen gereserveerd, voor Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) SRD 707 miljoen, voor Onderwijs Wetenschap en Cultuur (Minowc) SRD 675 miljoen, voor Sociale Zaken en Volkshuisvesting (Sozavo) SRD 745 miljoen en voor Openbare Werken, Transport en Communicatie (OWT&C) SRD 867 miljoen. “Desalniettemin zijn er geen auto’s, middelen en mogelijkheden voor onder andere de bestrijding van criminaliteit. De aanpak van criminaliteit is dus absoluut geen prioriteit binnen de huidige regering.” Mathoera vindt tot slot dat de overheid zich goed moet organiseren en een integraal (strafrechtelijk, bestuurlijk, fiscaal etc.) beleid moet hanteren. De samenwerking met internationale instituten is ook van belang, evenals de toegang tot betrouwbare informatievoorziening.
KSR
