Moody’s Investors Service veranderde op 28 februari 2019 de kredietbeoordeling van Suriname van ‘negatief’ naar ‘stabiel’ en bevestigde de schuldgraad op ‘B2’. Deze beoordeling komt vanwege het standpunt van het agentschap, dat de liquiditeitsdruk het afgelopen jaar is afgenomen en dat grotere financieringsmogelijkheden van binnenlandse en externe bronnen de financieringsdruk in 2019 en 2020 zullen verlichten. Als gevolg hiervan, zelfs rekening houdend met een relatief geleidelijk tempo van fiscale consolidatie, zijn de risico’s van een toegenomen liquiditeitsdrukopbouw meer ingeperkt dan aangenomen in februari 2018, toen de negatieve vooruitzichten werden toegewezen. Daarnaast wordt de B2-rating ondersteund door de omvangrijke mijnbouwbronnen en een gunstiger investeringsklimaat.
Volgens Curtis Hofwijks, lid van de Partij voor Recht en Ontwikkeling (PRO), is dit geen nieuws om mee te pronken.
“Wij waren negatief en zijn nu stabiel. Het blijft nog negatief voor Suriname. Wij zijn gebleven op hetzelfde niveau. Nu zijn de vooruitzichten gunstiger vanwege de mijnbouwbronnen. Echter zijn de aandelen van Suriname in de mijnbouw ter discussie. Er is informatie vanuit de oppositie als zou de regering voornemens zijn om de aandelen bij Rosebel van de hand te doen. Deze mannen gaan steevast de informatie ontkennen om het later toch te doen. Wij kunnen de voorbeelden noemen: geen devaluatie, vertrek van Suralco, ontslag van Gersie. Waar er rook is, is er vuur”, stelt Hofwijks.
Er zijn volgens Hofwijks betere vooruitzichten, maar ook dreigingen. Hij verwijst naar de begroting van de overheid voor het dienstjaar 2019, die vele malen hoger is opgemaakt dan vorige begrotingen. Wij zijn al in een situatie waar de overheid zou moeten letten op haar uitgaven. Dat is volgens Hofwijks helemaal een dreiging voor de stabiliteit, die door Moody’s wordt aangegeven. Indien Suriname zo meteen ook olie voor de kust ontdekt, zal dit uiteindelijk ook een goed effect hebben op de rating van Moody. Dat zou volgens Hofwijks echter geen verdienste zijn van goed beleid.
“Aan de andere kant kan het ook zo zijn dat het iets minder gaat met de economie vanwege terugvallende inkomsten, maar juist vanwege goed beleid je die bedreigingen kan afwentelen. Goed beleid moeten wij niet verwachten van deze regering. Zij zitten al 9 jaren aan. In haar eerste 5 jaren hebben zij aangegeven dat hun partners geen visie hebben en vroegen daarom naar mandaat. Het mandaat hebben zij gehad. We zijn nu 4 jaren verder. Nu zien wij uiteindelijk wie de mensen zijn die geen visie hebben. Het zijn deze zelfde mensen die hun partners hadden beschuldigd”, aldus Hofwijks.
Standard & Poor’s credit rating voor Suriname staat op B met stabiele vooruitzichten. Fitch’s credit rating voor Suriname werd voor het laatst gerapporteerd op B- met stabiele vooruitzichten. Deze rating beoordeelt de mogelijke richting waarin een rating zich in de komende 6 maanden tot 2 jaar zal bewegen. Een stabiele rating betekent dat een verandering onwaarschijnlijk is. Het vermogen van een land om goedkoop te lenen, is afhankelijk van zijn rating door de belangrijkste ratingagentschappen. De politieke variabelen zijn belangrijk in het ratingproces. Politieke gebeurtenis kunnen ook leiden tot een herziening van landenratings. Over het algemeen wordt een kredietrating gebruikt door staatsinvesteringsfondsen, pensioenfondsen en andere investeerders om de kredietwaardigheid van Suriname te peilen en heeft het dus een grote impact op de financieringskosten van het land.
Kavish Ganesh
