Centrale Bank van Suriname en de bom met geld

We kijken naar de Fawaka van vorige week 13 februari 2019 in Dagblad Suriname. Daarin wordt uitgebeeld hoe in 12 jaar tijd de geldhoeveelheid fors is toegenomen in Suriname. In 2006 was er nog 694,9 miljoen SRD in omloop. In 2018 was dat bedrag gestegen naar 1.502.2 miljard SRD. Dit is cash geld wat regulier in omloop is, wat de mensen op hun bankrekeningen hebben staan en dat wat er op de spaarrekeningen staat bij de lokale banken.
De begroting van vorig jaar 2018 was SRD 7.5 miljard (en de gewijzigde begroting circa 10 miljard), Ondanks dat DNA had aangegeven dat de begroting lager zou moeten uitpakken. Er zijn toen verkopen van staatsgebouwen en parastatale bedrijven toegezegd door de regering en de invoering van de BTW. Dit bleken allemaal beloften. De begroting voor het komende jaar is opgeschroefd naar circa 15 miljard. Dit betekent een verdubbeling van de ontwerp begroting t.o.v. vorig jaar. Volgens artikel 21 lid 2 van de bankwet mag de minister van Financiën een tijdelijke ‘lening’ vragen van de Centrale Bank van Suriname en die mag zo’n 10% bedragen van de lopende begroting. Dus zodra de begroting voor 2019 is goedgekeurd, mag dhr. Hoefdraad weer Srd 1.5 miljard extra lenen bij de Centrale bank. Dit lijkt dan ook de enige zinvolle reden voor deze opgeblazen begroting. Maandag jl. 18 feb. 2019 heeft in het programma ‘To the Point’ de econoom Debipersad aangegeven dat de realisatiegraad van de regering nog geen 10% van de totale begroting bedraagt. Waarom bedragen de geraamde uitgaven van het komende jaar dan zoveel, als nu al duidelijk is dat het geld uit de lopende begroting niet zal worden uitgegeven? De absorptiegraad van het land aan zinvolle besteding staat dat gewoon niet toe. Dhr. Caram heeft nog net niet gezegd dat de overheid het geld op kan vragen bij de Centrale bank. Maar dat is wel de harde realiteit. Iedereen past dit gegeven toe op de begroting van vorig jaar, maar gaat u eens na wat het betekent als u begrijpt dat het gaat om de begroting van het jaar 2019.
Even terug naar de vaststelling van de geldmassa, zien we op de site van de Centrale Bank van Suriname de volgende cijfers weergegeven:
info centrale bank in miljoen srd
Dec-06 Jun-10 Jun-15 Dec-18
monetary base 761.6 1611.1 1924.2 4975.3
Als gerekend wordt met het opgegeven bedrag van de geldmassa die nu in omloop is (december 2018), blijkt dat het een bedrag van bijna 5 miljard SRD betreft. Hiermee kan ingeschat worden wat er gebeurt wanneer de overheid een krediet van 10% van de lopende begroting, zijnde 1.5 miljard SRD, opneemt? Er staat ons dan een devaluatie van 24% te wachten.
Berekening: Als er ongedekt 1.5 miljard SRD aan de bestaande geldhoeveelheid van circa 5 miljard SRD wordt toegevoegd, wordt de totale hoeveelheid geld in omloop circa 6.5 miljard. Met dit bedrag kunnen we echter hetzelfde kopen als vorig jaar, toen er maar 5 miljard beschikbaar was. De waarde van het geld verliest dus haar waarde van 100% vorig jaar 2018 t.o.v. 2019 met circa 24%:
5 miljard SRD : 6.5 miljard SRD = 76%. 100% – 76%= 24%
In een keer zorgt de Staat er dus voor dat we 24% minder geld kunnen uitgeven van onze salarissen en pensioenen, kinderbijslag en AOV.
Vorig jaar deden er al geruchten de ronde dat er geld werd bijgedrukt? Nu doen weer nieuwe geruchten de ronde dat ruim twee weken terug, donderdag (14 febr.) er twee containers onder bewaking van Centrale Bank-trucks vanaf de Nieuwe-Haven wegreden. Een leuk Valentijnscadeau was dat voor de bank.
De hele toestand rond het ontslag van dhr. Gersie lijkt al bij zijn installatie te zijn gepland:
1. Het is geen geheim dat relatie tussen dhr. Gersie en dhr. Hoefdraad nooit goed is geweest.
2. De IMF vertrouwde op het feit dat doordat deze heren geen vrienden waren er een objectieve werkbalans zou ontstaan.
3. Eerder had dhr. Hoefdraad dhr. Gersie door een niet onderbouwde schorsing al uit de centrale bank gewerkt.
4. Het was publiek geheim dat dhr. Gersie het absoluut oneens was met het desastreus beleid dat dhr. Hoefdraad voerde als Governor.
5. Dhr. Gersie was alleen daar geplaatst als Governor om als goodwill ambassadeur aan de wereld te tonen dat er goed monetair beleid gevoerd zou worden.
Het gekke is dat dhr. Hoefdraad als Governor toen wat andere dingen deed.
1. Hij zei dat hij geen info kreeg van het ministerie en dus niet wist hoe hij op de bank moest bijsturen na vertrek van mevr. Wijnerman als minister.
2. Dat hij het noodzakelijk achtte ongevraagd de overheid te steunen.
3. Dat de positie van dhr. Hoefdraad (welke die ook is), blijkbaar de sturende factor is op monetair gebied.
4. Dat er niet eerder is gerept dat de minister bepaalde informatie niet kreeg van de bank om goed beleid te kunnen maken.
De gewijzigde bedragen van de begroting van 2018 lijken gefabriceerd om te ontkennen dat de begroting over 2019 verdubbeld is. Het lijkt er sterk op dat de hele vertoning rondom het ontslag van de heer Gersie een back-up plan is, voor het geval dat zowel de President als dhr. Hoefdraad worden opgesloten. Het proces van het overschrijden van het leningenplafond is immers lopende en er is nog geen enkele aanvaardbare verdediging daartegen ingediend bij de rechter. Op deze wijze zal dhr. Hoefdraad moeten onderduiken als gedegen onderzoek zal uitwijzen dat het obligoplafond inderdaad is overschreden. Als groot ‘financieel strateeg’ van de NDP is het dan afgelopen en zullen de ‘kleintjes’ het werk moeten gaan doen.
Ir. Edmund Neus
Voor #STREI!

error: Kopiëren mag niet!