De 53-jarige Luciën van Kust moet een celstraf van vier maanden brommen. Deze verdachte is door de politie op 10 januari 2018 op heterdaad betrapt op diefstal. Hij is reeds vijf keren veroordeeld. In eerste instantie ontkende de verdachte in de woning te zijn geweest. Naderhand kwam hij terug op zijn verklaring. Kantonrechter Robert Praag hield de man voor dat hij de politieagente zal confronteren met de verklaring van de verdachte. De agente heeft de man uit het raam van de bedoelde woning zien springen. Tijdens deze handeling is een plamuurmes uit de broekzak van de verdachte gevallen. Het gaat in deze om twee woningen op een erf. Eén betreft een woning in aanbouw. Uit deze woning zijn goederen weggenomen en in de hoogbouwwoning alwaar de verdachte is aangehouden aangetroffen. Daar zijn drie shutterglazen uit de voegen gelicht. En bij de neutenwoning waren goederen klaargezet om mee te nemen. De verdachte verklaarde dat hij iemand via een raam de woning zag binnendringen. Hij vond het vreemd en nam een kijkje wie de persoon was. Opmerkelijk is dat de politie behalve de verdachte niemand anders in de buurt heeft gezien. Er zijn ook geen schoenafdrukken aangetroffen. Openbare aanklager Mirella Van Dijk achtte poging tot gekwalificeerde inbraak wettig en overtuigend bewezen en eiste tegen Van Kust een celstraf van 8 maanden, waarvan 4 voorwaardelijk onder aftrek met een proeftijd van 2 jaar. De verdachte verzocht de rechter om hem naar huis te willen sturen daar zijn zoon uit Nederland is gekomen in verband met een verjaardag en dat hij samen met zijn zoon naar Nederland zou vertrekken. Kantonrechter Robert Praag achtte het verhaal van de verdachte niet aannemelijk en veroordeelde de verdachte die steeds beloofde te veranderen een gevangenisstraf op van 4 maanden geheel onvoorwaardelijk onder aftrek. Op 10 april komt Van Kust op vrije voeten.
Saskia Bandhan