Voor de periode 2000-2015 heeft de mijnbouw met 72,9% het grootste aandeel in landgebruik, gevolgd door infrastructuur met 15,2%, terwijl de andere vormen van landgebruik minder dan 5% in beslag nemen.
Volgens het Jaarplan van de regering voor het dienstjaar 2019 is in de periode 2013-2014 de ontbossing verdubbeld ten opzichte van 2009-2013. Dit is het gevolg van de ontwikkelingen binnen de goudmijnbouw, die als één van de belangrijkste oorzaken van ontbossing kunnen worden aangemerkt, zowel in Suriname als de overige landen binnen de Guiana Shield-ecoregio.
Voor Suriname is de ontbossing, veroorzaakt door goudmijnbouw, vastgesteld op een totale oppervlakte van 60.340,7 ha. Landgebruik en milieu zijn op een ingewikkelde manier met elkaar verbonden. Beslissingen omtrent landgebruik kunnen formeel of informeel zijn, bossen doen verdwijnen, industrieën ontwikkelen, menselijke nederzettingen creëren en natuurlijke hulpbronnen exploiteren. Deze acties hebben normaal gesproken negatieve gevolgen op het milieu en mogelijkheden om deze invloeden te beperken worden constant geëvalueerd. Suriname heeft genoeg land voor een ieder, maar aan de andere kant zijn er uitdagingen die te maken hebben met een complete benadering om te komen tot voorschriften met betrekking tot het voorkomen van kraken van woonverblijven en om de landlozen te voorzien van land.
Landbouw is in eerste instantie het geheel van activiteiten, waarbij het natuurlijke milieu wordt aangepast ten behoeve van de productie van voedsel, afkomstig van planten en dieren, voor menselijk gebruik. Afhankelijk van het product, de productiemethode, de grondsoort en het niveau van de welvaart wordt gebruik gemaakt van een groot aantal uiteenlopende technieken, variërend van het werken met eenvoudige werktuigen of met trekdieren tot het gebruik van grote machines, waarbij menselijke arbeid vervangen wordt door machines.
Van het totaal beplant landbouwareaal in Suriname beslaat de padieteelt al 90%. Vergeleken met 2013 nam de productie van droge padie in 2017 toe met 10,5%. Deze stijging is het gevolg van toename van het beplant areaal en een hogere productie per ha. Het gebruik van grond is hier echter niet significante gegroeid. In 2013 werd 58.274 ha padie beplant, terwijl in 2017 in totaal 59.303 ha werd beplant. Dit is een toename van ruim 1.8% (bron ABS).
De productie van bacoven aan de andere kant bedroeg in 2013 ongeveer 85.584 ton en daalde naar 61.073 ton in 2016. Het beplante areaal, dat in 2013 ongeveer 2.173 ha bedroeg, nam af tot 1.993 ha in 2016. In 2017 werd er 1.390 ha aan groenten beplant, terwijl er 1.103 ha aan kokosnoot, 1.387 ha sinaasappelen en 171 ha manjabomen werden geplant.
Zoals verwacht zijn de padie- en bacovenproductie het hoogst in de landbouw. Er werd in 2017 wel ruim 14.000 kg kokosnoten en 19.000 kg sinaasappelen geoogst. Daarnaast blijkt cassave een oogst van gemiddeld 7.500 kg te hebben gehad, terwijl groenten een productie van 24.000 kg registreerden.
Kavish Ganesh