Blanker: “Het laatste woord is nog niet gezegd”
De rechter in kort geding heeft op 28 januari de werknemers van Milieubeheer veroordeeld tot het hervatten van de werkzaamheden. Namens de werknemers trad de Bond Personeel Milieubeheer (BPMB) op als gedaagde. De zaak werd aangespannen door het ministerie van Openbare Werken, Transport en Communicatie (OWT&C). De bond werd verboden om te staken over kledingtoelagen, totdat het ministerie een schriftelijke mededeling pleegt op de uitbetaling van kledingtoelagen aan het administratief personeel. De Staat (OWT&C) heeft een onderzoek ingesteld naar dit onderwerp. Zij moet binnen een maand de schriftelijke mededeling doen over de uitbetaling van kledingtoelage aan haar personeel. De werknemers moesten binnen twee uren nadat het vonnis werd uitgesproken het werk hervatten, op straffe van een eenmalige dwangsom van SRD 25.000 bij het geen gehoor geven aan de uitspraak.
De advocaat van de Staat, Eloa van der Hilst, heeft niets meer vernomen van haar cliënt over een voortzetting van de staking. Zij gaat er dus van uit dat de staking is opgeheven, gezien de bond ook aanwezig was toen het vonnis werd uitgesproken. In de overweging van het vonnis heeft de rechter haar besluit gemotiveerd. Over het stakingsrecht is er ook wat gezegd. “Zij erkent het stakingsrecht. Dat is ook neergelegd in de Grondwet. Maar zij geeft ook aan dat de bond nog niet naar het uiterste middel (staking) mocht overgaan. Er zijn voorwaarden verbonden voordat je daaraan komt. Aan die voorwaarden was er nog niet voldaan”, stelt Van der Hilst. Zij noemt als voorbeeld dat er voldoende overlegmomenten moeten zijn tussen partijen. Dat was er blijkbaar nog niet volgens de rechter. Er was nog een zekere mate van communicatie mogelijk over het probleem. “Dat was nog niet uitgeput. Omdat het nog niet uitgeput is, mochten zij nog niet tot het uiterste middel gaan”, stelt de advocaat. De bond had ook een vordering moeten indienen bij de rechter, waaruit blijkt dat de bond er alles aan heeft gedaan om met het ministerie te communiceren. Op basis daarvan zou de rechter een uitspraak kunnen doen.
“Wij zijn onze eigen advocaat”
De BPMB heeft zich wel juridisch laten adviseren in deze kwestie, echter werd zij niet bijgestaan door een advocaat. “Wij zijn onze eigen advocaat”, stelt voorzitter Hugo Blanker. Hij meent dat de juridische adviseurs van de bond tot op dit moment tevreden zijn over het optreden van de bond. “Er is een proces tot betaling. Wanneer dat proces op gang is, dan pas kan blijken als het kledinggeld betaald wordt of niet. Toen wij expliciet duidelijkheid hebben afgedwongen, bleek dat men alleen voor 1 groep zou uitbetalen”, stelt Blanker. Volgens de Bond was de timing perfect voor de actie. De rechter is volgens Blanker kennelijk onvoldoende ingewijd in de betalingsprocedures binnen het ambtelijke. “Als wij dat (de actie, red.) niet gedaan hadden, zou men zeggen dat wij te lang gewacht hebben. Het laatste woord is nog niet gezegd”, aldus Blanker. Wat hij met het laatste bedoelt, wenst hij nog niet te verklappen.
Kavish Ganesh