Zwak verhaal van onderwijsminister

De minister van Onderwijs heeft eindelijk weer een zaak, waarin ze zich kan vastbijten en om zich mee bezig te houden. De aandacht moet echter niet afgeleid worden van de hoofdopdracht van deze minister en dat is dat er onderwijsbeleid moet worden gemaakt en uitgevoerd. En helaas moeten wij constateren dat de minister, ook deze, daartoe niet is gekomen. De vorige minister en ook deze laten na om de onderwijswetgeving aan te pakken. De vorige minister had de intenties daartoe kenbaar gemaakt, maar voordat hij het waar kon maken werd hij bedankt. Nu is deze minister weer bezig, maar men komt maar niet klaar met deze belangrijke wetgeving. Ministers achter elkaar verzuimen om te doen waar het echt om gaan en dat is niet stoer doen en koppen laten rollen. Door deze regering zijn ministers op de stoel gezet die daarvoor niet geschikt zijn. Deze ministers zijn daarom bezig met oneigenlijke zaken en vergroten deze uit, waardoor het lijkt dat ze wat doen, helaas. Nu is er bij de universiteit ruzie ontstaan tussen een dochter van de voormalige minister van Juspol en de voorzitter van het universiteitsbestuur en dan kan je raden hoe het zal aflopen. Het is te vergelijken met het ontslag van de vrouwelijke minister van HI recent toen die in aanvaring kwam met de directeur die uit een bepaalde kring afkomstig is. De minister, die haar job tot dan toe goed aan het doen was en daartoe ook geschikt was, werd ontslagen. Door de onderwijsminister is op de radio een poging ondernomen om twijfels op te roepen over het karakter en de integriteit van het universiteitsbestuur die enkele dagen terug heeft bedankt. Maar het is de minister niet gelukt. De minister praat over onduidelijke geldstromen naar de universiteit dan wel instituten gelinkt aan de universiteit, zoals het instituut IGSR. Op zich is er niets mis aan het binnenhalen van geld, het wordt zelfs verwacht van de universiteit zodat die zich kan bedruipen. Een aantijging tegen de voorzitter is dat hij geld die bij de universiteit dient te worden gestort, heeft gekanaliseerd naar het IGSR. Tegelijk zegt de minister dat er veel onderzoek gedaan wordt door het IGSR en dat er veel wetenschappers daar zitten. Als het geld door het IGSR wordt verdiend, waarom mag het instituut dan het geld niet op zijn rekening hebben? En als dat toch is gebeurd en zichtbaar is, is dat zo een grote zonde dat we daarvoor een bestuursvoorzitter moeten ontslaan? Het is niet hard te maken dat de voorzitter geld heeft gestolen van de universiteit, dus dat hij geld van de universiteit in zijn zak heeft gestopt. De minister heeft het over onduidelijkheid, maar tegelijkertijd zegt ze dat het geld niet bij de universiteit, maar bij IGSR is. Dus de minister spreekt zichzelf tegen. De minister heeft op de radio onterecht een voorbeeld aangehaald van een automonteurszaak waar een automonteur geld in zijn zak steekt. Dat komt neer op het bedonderen van het publiek dat geen duidelijk en helder beeld heeft van wat er op de universiteit gebeurt, omdat ze niet eens de middelbare school van binnen hebben gezien. De minister zegt dat er opdrachten door de universiteit en IGSR worden uitgevoerd. Het gaat bijvoorbeeld om onderzoek (research, surveys etc..) dat de universiteit en/of IGSR doen voor bedrijven of voor ministeries etc… De wetenschappers die doceren of in dienst zijn van de universiteit of het IGSR die voeren uiteindelijk dan het onderzoek uit. Dat staat los van het werk dat ze doen en dat is doorgaans doceren. Dit werk wordt veelal gedaan buiten de universiteit en buiten werktijd. Nu heeft de minister moeite dat deze onderzoekers voor dit werk dat op commerciële basis wordt gedaan, worden betaald en dat is heel vreemd. De universiteit en het IGSR treden in deze gevallen op als consultancybureaus. De onderzoekers moeten voor het uitvoeren van deze werken worden betaald, want anders kunnen ze het evengoed weigeren en wordt het werk buiten de universiteit door deskundigen die niets met de universiteit te maken hebben, uitgevoerd. Het zou wel kwalijk zijn als de universiteit of het IGSR van deze commerciële opdrachten niets overhoudt. De contracten voor deze opdrachten worden namelijk getekend in opdracht en in veel gevallen door het bestuur van de universiteit of het IGSR. De uitvoerders worden dan betaald en de opdrachtnemer maakt ook een winst. En dat is ook zo en de winsten zijn volgens de minister niet bij Adek, maar bij IGSR. Wat ons betreft is daar niets fout mee of anders gezegd het is niet zodanig zwaar dat men koppen moet laten rollen. De minister zegt dat ze oprecht is, maar is ze dat wel? Het is bekend dat bij elke wisseling van de politieke wacht, de politiek kundige en onkundige mensen en totale groentjes en zelfs corruptelingen posteert binnen de besturen gelinkt aan de universiteit. Tegenwoordig heeft ook het kabinet van de president een dikke vinger in de pap en posteert mensen in besturen. Deze mensen zijn voor een deel corrupt en dat blijkt uit de wijze waarop men dan benoemingen begint te doen en docenten aantrekt of juist de deur voor professoren dicht houdt. De case van minister Ferrier is zwak, de minister heeft tot nu toe volgens verwachting een slechte job gedaan. Ze is niet geïnteresseerd om corruptie op Adek te bestrijden, omdat het kabinet van de president dat bevordert. Suriname is klein en het is duidelijk dat het hier gaat om een ruzie tussen een groentje dat goede connecties heeft en tot het heilige huis van de politieke elite behoort en een professor die zijn sporen in Suriname heeft verdiend. Deze regering (en ook de vorige) hecht geen waarde aan kennis en deskundigheid. Men heeft dus kennelijk een stok gevonden om de vrijpostige professor een kopje kleiner te maken.

error: Kopiëren mag niet!