Wie gelooft de uitspraak van Bill Gates nog dat je rijk wordt door de dingen te doen waar je sterk in bent en waaraan je vooral plezier beleeft? Wie gelooft een soortgelijke uitspraak van zijn collega, Warren Buffet genaamd, de succesvolle Amerikaanse zakenman? Zouden bevlogen en kundige leerkrachten of verpleegkundigen in Suriname, die hun werk altijd vol passie doen, reeds op grond daarvan rijke mensen worden? Hoeveel beroemde kunstenaars uit vroegere tijden zijn toch niet in armoede gestorven? Was Rembrandt gefortuneerd op het moment waarop hij stierf? In het jaar 1750 sterft de vermaarde componist Johann Sebastiaan Bach in armoede. Een aantal jaren later sterft ook de beroemde Wolfgang Amadeus Mozart onder kommervolle omstandigheden. Neem onze toegewijde muziekdocenten maar die met hartstocht werken aan de muzikale vorming van zoveel jonge Surinamers. Hebben zij reeds op grond van hun elan voor deze kennisoverdracht grote sommen geld verdiend? Zeer waarschijnlijk niet. Als de rijkste mensen van Suriname stonden zij in elk geval nooit bekend. Zullen gepassioneerde conservatoriumstudenten door hun bezieling ooit rijke burgers van het land worden? Hoe dan ook, het is nog altijd zo dat geld alleen niet gelukkig maakt. Op den duur heeft geld ook geen stuwende kracht meer voor uitmuntende prestaties. De grootste beloning voor musici en andere artiesten, is dat anderen door hun gedrevenheid en prestaties in extase geraken. Passie wordt, zo gezien, niet altijd in geld vertaald. Begenadigde voetballers verlaten voor meer geld de club van hun liefde om zich na verloop van tijd toch ongelukkig te voelen. Wanneer wij ons naar de werkplek begeven houdt dat niet vanzelfsprekend in dat wij gepassioneerd onze baas goedendag zeggen. Uiteenlopende redenen kunnen ertoe leiden dat werknemers met tegenzin de weg naar het werk afleggen. Dit is te betreuren, omdat het samengaan van het scheppend vermogen in werknemers en in werkorganisaties niet onderschat moet worden. Het zal altijd zo wezen dat de goede afstemming tussen deze twee vermogensbronnen de essentie vormt van zowel goed management als goed leiderschap. Het zal altijd gaan om zowel de besturing van de organisatie als de aansturing van de daarin werkzaam zijnde mensen. Voor de bezielde werker als creërend organisatielid zal het werken in de eveneens creërende organisatie een ware belevenis moeten zijn. Welke enthousiaste werknemer zou niet in een organisatie willen arbeiden die gekenmerkt wordt door ritme en balans in de uitvoering van zowel intern gerichte als naar buiten toe gerichte taken en waarin zoveel dynamiek te beleven valt? Gezonde bedrijfs- en overheidsorganisaties zijn vitaal en in elk opzicht gelijkgericht. Alle aandacht gaat dan uit naar de productieprocessen onder gelijktijdige aandacht voor de mensgerichte zijde in het leiden en besturen van de organisatie. Gelijkgerichtheid van de arbeidsorganisatie wordt verder hierdoor gekenmerkt dat intern voortdurend gewerkt wordt aan de relaties en verbindingen tussen mensen, afdelingen en niveaus, terwijl in externe zin het grote belang van gezonde relaties tussen de organisatie en alle belanghebbenden daarbuiten eveneens voortdurende aandacht en zorg krijgt. Mogen werken in deze organisaties levert de lidmaatschapsbeloning op. Want werknemer daarvan mogen zijn geeft op zich een gevoel van trots. Een goed voorbeeld van immateriële beloning. Werkorganisaties waarin het hrm-concept wordt toegepast kenmerken zich hierdoor dat leidinggevenden op alle niveaus het belang , de betekenis en de waarde van het personeel, zowel in collectieve als in individuele zin onderstrepen en dit ook tot uitdrukking brengen. Organisatie- en personeelsontwikkeling enerzijds en gepassioneerde personeelsleden anderzijds gaan altijd hand in hand. Human resource management in de publieke sector veronderstelt zonder meer dat overheidsorganisaties een eigen identiteit hebben zonder externe bemoeienissen die de ontwikkelingen daarin negatief zouden kunnen beïnvloeden. Interessant is het beantwoorden van de vraag in welke mate verschil bestaat in gepassioneerdheid tussen werknemers in de private sector enerzijds en overheidspersoneel anderzijds. Vinden bedrijfsmedewerkers meer voldoening in hun werk dan werkers in publieke organisaties? Welke plaats heeft het personeelsbeleid in bedrijfsorganisaties? Welke methodische verschillen in de praktijk van het personeelsbeleid bestaan er tussen overheidsorganisaties en het bedrijfsleven? Hebben de ministeries van Binnenandse Zaken en van Arbeid inzicht in deze aangelegenheid? Wat kan de CLO-voorzitter hierover zeggen? Vooral in de dienstensector is het van groot belang dat werknemers zich gelukkig voelen en hun werk met passie doen. Immers, rechtstreekse contacten met mensen buiten de organisatie zijn het meest opvallende kenmerk in de sector van de diensteneconomie. Een-op-een contacten waarbij mensen elkaar in levende lijve ontmoeten of het directe contact per telefoon of via het netwerk onderhouden en waarbij personen iets voor elkaar doen of wat met elkaar delen, worden in de zakelijke sfeer steeds belangrijker. Als mens willen wij ons steeds onderscheiden van anderen. Daar zit niets verkeerds aan. Onze individuele prestaties moeten ons het gevoel, neen, de overtuiging geven dat wij voor anderen iets te betekenen hebben. Het gaat om zingeving aan ons leven. Wij streven als persoon naar betekenis en identiteit. Interessant werk willen doen scoort hoger dan een hoog inkomen. Onderzoek heeft dit aan het licht gebracht. Werken onder de leider die een visie erop na houdt en die integer en betrouwbaar is wint het van het werken voor een hogere loon in een organisatie die nauwelijks of geen voldoening biedt. Goed verdienen bij de baas is altijd een combinatie van geldelijke en niet-geldelijke beloning. Ongeacht de aard en omvang van de organisatie waarvoor wij werken.
Stanley Westerborg
Organisatieanalist