“Staatsolie heeft haar voortbestaan te danken aan de medewerking van de boeren, die zij nu de rug heeft gekeerd. Staatsolie had niet het vermogen in de jaren ’80 om haar oliewinningsactiviteiten te ontplooien. Boeren hebben hun dammen en percelen beschikbaar gesteld, zodat Staatsolie haar activiteiten daar kon ontplooien. Voorts hebben zij zich ontwikkeld tot een bedrijf waar Surinamers trots op zijn. Voor ons heeft dat echter niet het effect.” Dit stelde Jason bakker onlangs op een persconferentie namens het collectief van Boeren uit de Wayamboweg en Gangaram Pandeyweg in het district Saramacca.
Vanaf 2005 proberen de boeren volgens Bakker enorm consequent bij zowel Staatsolie als de overheid de problemen in het Wayambogebied en de Gangaram Pandeyweg aan te kaarten. Dit zowel in de grote als de kleine regentijd. Noch de overheid noch Staatsolie heeft zich volgens Bakker daar wat van aangetrokken. “Iedere keer de belofte dat er verandering zal komen, en de aantijgingen van Staatolie als zouden de boeren ondeskundig zijn, de beledigingen en al de andere assumpties die zij hebben over de boeren. Heel wat mensen hebben het dak boven hun hoofd verloren vanwege de sociale toestanden. Mensen hebben grammoxone ingenomen. Anderen zijn sneller doodgegaan dan zij normaal zouden leven. De impact was groot”, stelt Kenneth Sukul van het Boerencollectief.
Het Wayambogebied is een agrarisch gebied. Diverse rijstboeren zijn aan de westelijke zijde en naarmate wij naar het oosten komen, zien wij meer tuinbouwers, melkveehouders en de hengel/vispachten. Ook aan het laatste hadden boeren inkomsten. Door het stilliggen van het water en de hoge waterstanden planten vissen zich daar niet meer voort. De agrarische bedrijven moeten in de grote regentijden hun activiteiten stoppen. In die periode hebben zij ook geen economische activiteiten. Het Wayambogebied telde ruim 40 visbedrijven. In goede tijden telde het gebied ruim 800 gezinnen. Nu zijn er volgens Sukul nog geen 100 gezinnen aan de Gangaram Pandeyweg.
Het gebied is zo sterk achteruitgegaan dat van de 2800 hectaren padie, die jaarlijks (in de jaren ’90) werd aangeplant, nu ampertjes 180 hectaren gehaald wordt. Van de 9 tot 12 pelmolens die in het gebied zijn, is geen enkele meer operationeel. Verder is er is er geen andere economische activiteit behalve die van Staatsolie noemenswaardig in het gebied. “Wij weten niet als dit het beleid is van Staatsolie of de overheid. Is het de bedoeling dat mensen zich uit het gebied moeten trekken, en Staatsolie naar hartenlust haar activiteiten kan ontplooien?”, vraagt Bakker zich af.
Het gaat volgens Bakker om eigendomsgebieden waar de voorouders van de huidige eigenaren hard voor gewerkt hebben. De boeren zullen hun have en goed waarvoor er zwaar is betaald niet op zo een wijze teniet laten gaan. De boeren hebben tijd noch moeite gespaard om met Staatsolie aan tafel te zitten. Zij stappen nu naar de groene tafel om schadevergoeding af te dwingen voor de, wat zij noemen, onrechtmatige handelingen van Staatsolie.
Kavish Ganesh