De getuige C.D. heeft geen enkel twijfel dat de verdachte Omar V. degene is die zijn vriend S.U. in de ochtend van 9 september 2018 aan de Waterkant heeft beroofd. “Ik weet 100.000% dat hij het is”, zei de getuige bij de verdere behandeling van deze rechtszaak. De verdachte moet zich voor de groene tafel verantwoorden voor het afpakken van een mobiele telefoon. C.D. voerde aan dat hij op die bewuste ochtend gezellig zat te genieten met zijn twee vrienden S.U. en D.J. aan de Waterkant toen zij ineens werden benaderd door de verdachte. Aangezien Omar aardig overkwam en niet bedreigend uitzag, besloten zij maar geen aandacht meer aan hem te besteden. Op een gegeven moment besloot S.U. naar het toilet te gaan. Enkele minuten later hoorde hij S.U. om hulp roepen. Toen de getuige omkeek, zag hij Omar en S.U. in een kleine worsteling, waarna Omar de telefoon afpakte en wegrende. De getuige beweerde nog achter de verdachte te zijn aangerend, maar dat deze veel sneller dan hem was. Hoewel C.D. net als alle andere eerder gehoorde getuigen de nektatoeage van Omar toen niet gezien had, blijft hij erbij dat hij het gezicht van Omar niet vergeten is. “Al zou ik zijn gezicht na vijf jaren zien, dan nog zou ik hem herkennen. Wij hadden oogcontact toen hij eerder met ons had gesproken”, persisteerde de getuige. Volgens Omar had hij het toestel eerder op de Centrale Markt gekocht, omdat hij geen geld had om een duurdere in een cellshop te kopen. Tot zijn pech is hij drie dagen later beroofd. Op 19 februari wordt deze zaak verder behandeld.
FR