Het bos van India is iets meer dan 4 keren groter dan dat van Suriname. 22% van het Indiaas grondgebied is bedekt met bos, terwijl 93% van het Surinaams land groen is. India heeft een zeer vage definitie van bosbedekking, vandaar dat dit cijfer van 22% niet al te realistisch blijkt te zijn. Ondanks India qua oppervlakte veel meer bos heeft, blijkt het land een van de werelds grootste importeurs te zijn van houtblokken. Yatish Kamal Chawia vertelde op de ondernemersavond (Kamer van Kophandel en Fabrieken) van 15 januari dat dit kwam vanwege het besluit dat India binnenshuis geen hout meer zal kappen. Dit besluit kwam vanwege niet duurzame praktijken die zich in het land hebben voorgedaan. Zijn verhaal was gericht op de mogelijkheden die Suriname en India kunnen bekijken om de houtexport naar India te verbeteren. Dit, vooral gezien de groei van het Indiaas Bruto Nationaal Product, dat maar steeds toeneemt, en de vraag naar hout als gevolg hiervan.
Chawia benadrukt dat Suriname vooral kan leren uit de fouten die India in het verleden heeft gemaakt, om haar operaties duurzaam te houden.
Bezoekers van de ondernemersavond waren vooral geïnteresseerd in mogelijkheden tot samenwerking met Indiase bedrijven (afnemers). Gevraagd werd naar mogelijkheden voor rechtstreeks contact met de afnemers, in plaats van de lange wegen die Surinaamse exporteurs nu moeten bewandelen.
Chawia meent dat het Surinaams financieel systeem (bancaire wereld) deze sector meer zou moeten ondersteunen. Te meer nog, gezien de bancaire wereld duidelijk ook verdient van deze sector.
De Kamer is van plan om in dit kader van het jaar nog, in samenwerking met de Indiase ambassade in Paramaribo, een beurs te organiseren, waarop Indiase bedrijven zichzelf aan Surinaamse ondernemers presenteren. Indien er vraag is naar afnemers van hout in India, worden die ook uitgenodigd om deel te nemen aan de beurs. De Kamer probeert ook zo een beurs richting India te krijgen met een geïnteresseerde Surinaamse delegatie.
Een deelnemer aan de vragenronde vroeg Chawia als er een markt in India is voor Surinaamse houtkunstenaars. Chawia reageerde hier verbaasd met een grote ‘nee’ op. Hij verwijst naar de diversiteit in kunst en cultuur van India. Die biedt naar zijn inzien geen ruimte voor een markt van Surinaamse kunst en houtsnijwerkjes.
Dat bracht de discussie vervolgens op het veel besproken onderwerp: het stoppen met de export van rondhout en het exporteren van gezaagd hout (meubilair). Ook hier moest Chawia het publiek teleurstellen. Volgens Chawai zal het niet rendabel zijn om gezaagd hout naar India te exporteren. De importheffingen op gezaagd hout zijn volgens zijn kennis tweemaal die van rondhout. Daarnaast zijn de kosten van zagen in Suriname vele malen hoger dan die in India. Ook arbeid is veel te goedkoop in India, vergeleken met dat in Suriname. Volgens Chawai, wiens familie als bijkans 30 jaren in de houtsector actief is, zouden Indiase importeurs voorlopig niet geïnteresseerd zijn in gezaagd hout uit Suriname.
Chawia, die al ruim 6 maanden vertoeft in Suriname, merkt op dat het Surinaams bos heel divers is. Zodanig divers dat er boomsoorten (houtsoorten) in het bos voorkomen, die nog niet bekend zijn op de Indiase markt. Het ligt aan de Surinaamse markt om de niet bekende houtsoorten op de Indiase markt te willen introduceren. Hiervoor zal wederom de voornoemde ondersteuning van de financiële wereld van belang zijn.
Kavish Ganesh