Kantonrechter Alida Johanns is nog niet overgegaan tot de inhoudelijke behandeling van de 8 decembermoordzaken tegen de verdachten Harvey Naarendorp en John Hardjoprajitno. Op de strafzitting gisteren hebben Irvin Kanhai en John Kraag, advocaten van respectievelijk Naarendorp en Hardjoprajitno, in hun tweede beurt aangevoerd dat zowel bij de kennisgeving van verdere vervolging als bij de dagvaarding van de verdachten er kardinale fouten zijn gemaakt. Dat zou tot gevolg moeten hebben dat de dagvaarding nietig verklaard moet worden. Daarnaast blijven beide raadslieden erbij dat het Openbaar Ministerie in de loop der jaren van standpunt gewijzigd is met betrekking tot de vraag ‘welke rechter precies bevoegd is kennis te nemen van deze strafzaken?’ Hierdoor zou het OM het recht om te vervolgen hebben verspeeld. De verdediging van Naarendorp en Hardjoprajitno heeft ook verwezen naar de Amnestiewet, waarin amnestie is verleend aan personen die als verdachten zijn aangemerkt en zijn gedagvaard in verband met de feiten gepleegd op 7, 8 en 9 december 1982. Hoewel de Krijgsraad deze wet terzijde heeft gelegd, vindt de verdediging dat het OM zich niet hierop kan beroepen. Indien de rechter meegaat met de verweren van de advocaten, heeft de vervolging nog altijd de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan. Indien de excepties worden verworpen, wordt gelijk overgestapt naar de inhoudelijke behandeling. Naarendorp en Hardjoprajitno waren ministers op 8 december 1982. Op grond hiervan moeten zij door de gewone rechter worden berecht en niet door de Krijgsraad. Op 25 januari doet de rechter uitspraak over de excepties.
FR