Bezorgde ouder: “Geheel Wanica is sinds 3 januari verstoken van schoolvervoer”

Het gebrek aan schoolvervoer gaat gepaard met narigheden voor de ouders, leerlingen en leraren. Velen hebben ze namelijk geen ander alternatief voor het schoolvervoer waardoor de gedupeerde scholieren geen onderwijs kunnen genieten. Ook bij de recente werkneerlegging door de schoolvervoerders is dit het geval. Opmerkelijk daarbij is dat zij niet vanaf 8 januari in een overmachtsituatie verkeren, maar vanaf 3 januari. Dit meldt een verontruste ouder aan Dagblad Suriname. “Sedert de school is begonnen, is er geen schoolvervoer in geheel Wanica. Ik snap dat de schoolvervoerders niet kunnen rijden als ze geen geld hebben ontvangen van de overheid, maar de kinderen worden hiervan iedere keer de dupe. Zonder schoolvervoer kunnen de meeste kinderen niet naar school gaan. Weet men wel hoeveel een leerling moet inhalen als ze ook maar één dag niet op school kunnen verschijnen?”
De bezorgde ouder kan zich niet indenken hoe de autoriteiten het toestaan dat de situatie zo vaak escaleert, bovendien in een periode waar er toetsmomenten zijn opgenomen. Het op de hoogte stellen van de Inspectie biedt evenmin soelaas; men trekt zich niets van aan. “Waarom rapporteert de Inspectie dit soort zaken niet naar de desbetreffende mensen? Dit is triest.” De Organisatie van Bus- en Boothouders in Suriname (OBS) heeft bevestigd dat het schoolvervoer al een week niet optimaal is. Zij die zich geen brandstof kunnen permitteren, leveren geen diensten, en zij die dat wel kunnen, mogen het wel doen. OBS benadrukt tot slot dat dit het verschil is tussen een overmachtssituatie en een lamlegging. In beide gevallen kan slechts de overheid een halt hieraan toeroepen door de bezoldigingen op tijd te voldoen.
KSR

error: Kopiëren mag niet!