Woensdag 3 januari was een dag van nationale rouw. Op het commissariaat Sipaliwini was er de gelegenheid om het condoleanceregister te tekenen. Diverse politici en ambtsdragers betuigden hun medeleven omtrent deze ramp, waarbij 11 personen het leven lieten en 1 vrouw nog vermist wordt. Conchita Alkantara, de kapitein van Kalebaskreek, zegt dat een dergelijke ramp nooit eerder is voorgekomen in haar dorp. Gezien de omvang van de ramp had Alkantara een telefoontje van de districtscommissaris van Saramacca verwacht, maar dat is tot nog toe niet gebeurd. “In eerste instantie dachten we niet aan de dc, maar toen het rustiger werd, verwachtten we toch dat hij contact met ons zou opnemen. Alleen parlementslid Naomi Samidin heeft van zich laten horen”, zegt de kapitein van het vissersdorp aan de Coppenamerivier. Voor de mensen is er voor opvang gezorgd. Alkantara kon nog geen gedetailleerde informatie geven of er professionele begeleiding is voor de mensen die daar behoefte aan hebben.
Ook Wilson Scholsberg, een inwoner van Kalebaskreek, is niet te spreken over het feit dat de dc van Saramacca niets van zich heeft laten horen. Scholsberg is één van de eerste personen, die omstreeks 02.00 uur in de vroege ochtend het bericht hoorde over de ramp. Nadat inwoners van het dorp hem meldden dat mensen waren verdronken, bedacht hij zich geen moment en vertrok richting het water. De eerste zoekacties werden rond 4.30 uur gestart, waarbij levenden werden geholpen. “Bij terugkomst om 5.30 uur ging ik terug om naar meer overlevenden te zoeken, maar wat ik aantrof was niet mooi. A san bin meki mi ey long watra. Op het water zag ik een picoletkooi, tassen, kinderslippers, speelgoed van kinderen. Dit alles nam ik uit het water en zette het in mijn boot.”
Scholsberg zag op dat moment nog geen drenkelingen. Met een verrekijker tuurde hij over de brede rivier en zag diverse spullen verder de rivier op, waar hij zich naar toe begaf, samen met slechts twee assistenten. Een jongen van 14 jaar hielp ook mee. Hij verzamelde in opdracht van Scholsberg alle drijvende spullen. Deze jongen vond als eerste een jongentje van ongeveer 11 jaar jong. Samen haalden zij deze overleden jongen uit het water en legden hem in de boot. Hierna zochten ze verder naar de andere opvarenden. “Toen pas zagen de we de andere lijken op het water.” Hierna haalden Scholsberg en de andere helpers een vrouw uit het water, waarna hij de kapitein van het dorp belde om meer boten te sturen om te helpen. Onderweg terug naar het dorp kwam Scholsberg een jongetje van 13 jaar tegen in het water. “Hij was de enige die ik levend tegenkwam.” Alle mensen van Kalebaskreek hebben hun bijdrage spontaan geleverd. “Tot gisteren nog waren we bezig met het zoeken naar de laatste vrouw”, aldus Scholsberg.
RB