Vooral de onderwijsgevenden die hun twk (terugwerkende kracht) vanaf januari 2018 tot en met december 2018 hebben afgedwongen, voelen zich uiteindelijk beetgenomen. Het blijkt dat die twk in één keer is uitbetaald, met het gevolg dat dit bij het brutosalaris is toegevoegd. En hoe hoger het salaris, hoe meer belasting er betaald moet worden. Daarnaast brengt een loonsverhoging ook inflatie met zich mee. “Als je een loonsverhoging geeft, moet je ook kijken hoe je de mensen reëel kan helpen.” Volgens Kensenhuis dienen de autoriteiten rekening te houden met deze bijkomende onaangename effecten; de bedoeling is namelijk om de samenleving tegemoet te komen.
Desalniettemin kijkt Kensenhuis met frisse moed naar het komend jaar. Hij is zich ervan bewust dat de implementatie van de rij- en voertuigenbelasting een grote domper is voor het volk. “Maar dat is niet zomaar ingevoerd, het is noodzakelijk. Het drukt zwaar op de mensen hun uitgaven, maar we zien dat ze toch het voordeel van de twijfel geven aan de regering. Daarom moet de regering uit deze opbrengsten die zaken uitvoeren die beloofd zijn.” Kensenhuis heeft er vertrouwen in dat die zaken tot uiting zullen komen in 2019. Hij ziet graag dat de infrastructuur landelijk wordt aangepakt en dat het ondernemerschap wordt gestimuleerd. Vooral in de agrarische sector is dit wenselijk, daar dit één van de grootste potenties vormt van Suriname.
KSR