Er was eens een felle bosbrand. De vlammen sloegen om zich heen en verteerde alle dorpen in de omgeving. De mensen en alle dieren die dat maar konden vluchten weg. Verschrikt door de vlammenzee stonden ze allen te trillen, weer anderen waren moedeloos en verslagen. Terwijl het vuur maar steeds bleef oprukken was er een kolibrie die in de rivier dook en een druppeltje water nam en met alle macht boven de vlammen uitvloog en het druppeltje liet vallen. Vervolgens vloog de kolibrie opnieuw naar de rivier, dook naar beneden en nam opnieuw een druppeltje water. Vloog met alle kracht omhoog en liet zijn druppeltje in de vlammenzee vallen. De dieren keken verbaasd naar de kolibrie. Onvermoeibaar was de kolibrie terwijl alle dieren en de ook de mensen verschrikt toekeken. Toen de kolibrie nog eens voorbij vloog om opnieuw een druppeltje water te halen vroeg een van de dieren. ‘Hey Kolibrie wat denk je dat je aan doen bent? Denk je dat je de brand kan blussen?’ De kolibrie antwoordde: ‘Neen, maar ik doe mijn deel’.
Dit verhaal vertelde Mgr Lafont aan het eind van een tweedaagse conferentie over de Amazone in ons Buurland Guyana waar wij in een klein plaatsje, Lethem, als bisschoppen van de Guyana ’s in dialoog waren met de inheemsen van dat land. Intens hadden wij gedurende twee dagen geluisterd naar de 9 inheemse stammen die Guyana rijk is. De problemen die naar voren kwamen zijn ons niet onbekend. De inheemsen voelen de hete adem van wat Paus Franciscus noemt ‘de cultuur van de dood’: een cultuur waarbij de mens op een vernietigende wijze omgaat met de natuur. De verhalen van de Guyanese indianen verschilt niet van de verhalen van de negen andere Amazone landen. Na twee dagen luisteren had iedereen wel het gevoel dat de problemen zo groot waren en dat wij als kleine landen en kleine volken geen enkel invloed kunnen uitoefenen en dat we net als de dieren in het bos angstig moeten toezien hoe de vlammen het bos verteren. Maar na dit verhaal van de kolibrie had iedereen wel weer gevoel dat er hoop is als iedereen zijn deel doet.
Veel te vaak hoor ik dat je als enkeling niets kan uithalen tegen vervuiling, corruptie, discriminatie, ontbossing, slechte schoolprestaties, armoede, kinderarbeid, menshandel en alle andere problemen die we structurele of mondiale problemen zijn gaan noemen. Structureel omdat er sociale, culturele, en economische systemen achter zitten die onzichtbaar zijn en waarop wij geen invloed kunnen uitoefenen.
Vaak kunnen mensen het onrecht in de wereld niet eens benoemen en vervallen zij in een doffe berusting. Het leven is nu eenmaal zo, zegt men dan. Grontapu no prati nanga leti. Wanneer mensen wel de overweldigende nare gevolgen van onrecht kunnen benoemen maar er niets tegen kunnen doen vervalt men in moedeloosheid en apathie. Die moedeloosheid uit zich vaak in de verschillende verslavingen van onze tijd, drugs, alcohol, seks en mobiel verslaving. Moedeloosheid mond uiteindelijk uit in zinloosheid van het bestaan.
Maar, telkens weer zijn er Kolibries van mensen die tegen de draad invliegen en doen wat iedereen voor onmogelijk houdt. In de jaren zestig een tijd van segregatie in de VS had de actie van Rosa Parks een enorme invloed op het denken van de mensen. Onrecht hoeft men niet eeuwig te ondergaan. In onze dagen zijn het jongeren die plastic eilanden in zee opruimen of tenminste geen eenmalige plastic tassen gebruiken.
Uit de recente fundraising actie van SUAid heb ik geleerd dat iedere miljoen begint met een cent. Iedere mentaliteitsverandering begint met een persoon, met een daad, met een woord. Het is mogelijk mondiale problemen op te lossen als we als individu een vast voornemen hebben en de moed of voor onze principes in te staan.
Met kerst en nieuwjaar maken we allemaal nieuwe voornemens om daags daarna te vervallen in het oude. Ik hoop dat het verhaal van de kolibrie u zal prikkelen om niet toe te geven aan doemdenken of doffe berusting wanneer wij de vernietigende branden om ons heen ervaren. Dan wij niet verlamd raken door angst of wegvluchten maar ons deel doen!.