Kantonrechter Siegline Wijnhard heeft maandag de verdachte Surindra Ajodhia en Jeraitel Valies veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 9 voorwaardelijk met aftrek, en een proeftijd van 3 jaar. Dit vonnis is gelijk aan de tijd in voorarrest doorgebracht. Beide verdachten zijn eerder door de rechter op vrije voeten gesteld. Zij hoeven niet meer in het gevang. Op maandag 6 maart heeft het Openbaar Ministerie, vertegenwoordigd door Shanta Mahadew, haar strafvoorstel gedaan in deze zaak. Zij eiste tegen elk der verdachten een celstraf van 4 jaar met aftrek en verbeurdverklaring van de mobiele telefoons. Advocaat Irvin Kanhai had de magistraat gevraagd om de openbare aanklager niet ontvankelijk te willen verklaren. De rechter ging mee met de raadsman en heeft het OM niet ontvangen voor de uitlokking. Verder betoogde Kanhai dat de feiten binnen een bepaald tijdsbestek hebben plaatsgevonden en de wijze van de tenlastelegging, dus cumulatief, onrechtvaardig is. De feiten afpersing en vuurwapenbezit moesten volgens de verdediging niet afzonderlijk worden ten laste gelegd. Uit het onderzoek blijkt dat de verdachte de bedoeling had om de benadeelde, Kris Kalipdewsing, te bedreigen door te zeggen dat de vrouw en kinderen van de verdachte Ajodhia zouden worden gegijzeld als er geen losgeld van Euro 300.000 zou worden betaald. Daarom bracht hij het slachtoffer terug naar zijn bedrijf, Combe Markt. Kanhai was de mening toegedaan dat er geen sprake is van afpersing, omdat Kalipdewsing door had dat het een scenario was. Hij hield Ajodhia voor dat zijn security hem niet zou toelaten. De rechter achtte diefstal door middel van geweld en overtreding van de Vuurwapenwet wettig en overtuigend bewezen. Ajodhia is verantwoordelijk voor de diefstal. Hij wist van begin af aan dat het slachtoffer een voorschot moest meenemen om zijn zogenaamde grootvader te kunnen overtuigen dat hij geïnteresseerd was in de aankoop van een perceel. Uit het onderzoek is gebleken dat Ajodhia het slachtoffer heeft misleid door hem voor te houden dat zijn grootvader een perceel te koop had. Het slachtoffer werd gebracht op een kantoor van Ajodhia, alwaar hij zijn 2 comparanten had aangezet om het slachtoffer te beroven. Daarbij werd het geld, welke het slachtoffer als voorschot had meegenomen, ontvreemd. De rechter achtte de wederrechtelijke vrijheidsberoving samen met Valies en een militair die het plan hebben beraamd bewezen. Valies en de militair hielden zich schuil in het toilet totdat het slachtoffer plaatsnam. Kalipdewsing werd door het tweetal overmeesterd en gekneveld. Hij kwam in ademnood en ook zijn suikergehalte was veel lager geworden. Valies is toen naar de winkel geweest om frisdrank voor het slachtoffer te kopen. De rechter keurt de handelingen van de verdachten af. Op de zitting vroeg de benadeelde de rechter om een kans aan de verdachten te geven, echter ging de rechter over tot veroordeling. Als gevolg van deze handeling van de verdachten is er inbreuk gemaakt op de rechtsorde. Rekening houdend met alle feiten en omstandigheden en de persoon van de verdachten achtte de rechter een straf van 18 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk, passend en geboden. De veroordeelden blijven op vrije voeten. Het voorwaardelijk deel hangt nog boven het hoofd van de veroordeelden.
Saskia Bandhan