Wie de New York Times (NYT) van 30 april 2017 heeft gelezen, zal niet verrast kijken als hij Chinese vissersboten aan de horizon bij de Surinaamse kust ontwaart. Piraten zijn in alle tijdsgewrichten voorgekomen. In het huidige tijdperk zijn Chinese vispiraten geen onbekend fenomeen. Chinezen kennen een groeiende miljardenbevolking en een groeiende middenklasse. Deze middenklasse wil vis en vlees eten. Precies zoals het kolonialisme gedreven werd door de vraag naar luxe consumptiegoederen als suiker, cacao en koffie, precies zo wordt nu het Chinees imperialisme gedreven door de honger van de Chinese middenklasse. Het is gedaan met de Surinaamse vis voor de kust als de Chinese vissers eenmaal beginnen. De vraag naar vis in China is onverzadigbaar, het is net storten van vis in een bodemloze put. De Chinezen tasten de soevereiniteit van de volken niet aan door via militairen territoria te veroveren, maar door landen te knechten door schuld. Aldus ontstaat schuldhorigheid oftewel ‘debt bondage’ van landen. Er zijn veel landen die hun wanbestuur en corruptie kunnen voortzetten via ‘lifelines’ (leningen) verstrekt door China. De schuld aan China wordt op gegeven moment zo hoog dat het moeilijk wordt om China niet te gehoorzamen of Chinese verzoeken en voorstellen af te wijzen. Is Suriname nu in de positie om China teleur te stellen? Het antwoord is neen. In het artikel van NYT wordt geïllustreerd hoe de visgronden van Senegal zijn leeggeplunderd, maar ook die van China. Overbevissing is vissen in de oceanen aan het uitroeien. Overbevissing bedreigt het welzijn van miljoenen mensen in de ontwikkelingslanden als Suriname, waar men afhankelijk is van voedsel en inkomen van de zee. En welk land is verantwoordelijk voor de uitputting? Juist, China. Dit land heeft een enorme bevolking, een groeiende welvaart om vis te kopen en de grootste diepzeevisserijvloot ter wereld. De visgronden in de buurt van China zijn leeggevist, nu doet men andere visgronden aan. De visserijmissies van Chinese vloten worden gesubsidieerd door de Chinese overheid. De Chinese regering heeft als grootste zorg de werkgelegenheid en voedselvoorziening van de eigen bevolking en niet de visstand in onze oceanen. Het NYT artikel geeft aan hoe de Chinese diepzeevisvloot groeit en bijvoorbeeld de wateren voor de Wet Afrikaanse kust aandoet. Tweederde van de Chinese boten overtreden de nationale en internationale wetten. China telt in totaal 2.600 zeeschepen (de USA heeft minder dan 10% daarvan), waarvan 400 kwamen in de periode 2014-2016. De meeste Chinese schepen zijn zo groot dat wat zij in 1 week vangen, gelijk is wat Afrikaanse schepen in een heel jaar vangen. West-Afrikaanse economieën hebben in totaal USD 2 miljard per jaar verloren aan inkomsten door deze overbevissing. De subsidie en brandstofvoorziening vanuit de overheid bereikte in de periode 2011-2015 een bedrag van ca. 22 miljard USD. Daarbij zijn niet gerekend de tientallen miljoenen belastingkortingen die visbedrijven krijgen. De subsidie houdt de enorme Chinese visvloot in staat en ze zijn nu overal in de wereld. De grote netten van Chinese boten vangen alles wat ze op hun weg vinden. Alles wordt geëxporteerd, een deel wordt verwerkt in voer voor kippen en varkens in de USA en Europa. Het effect van de schaarse vis is dat visprijzen zijn gestegen. In de wereldvisserij wordt China aangeduid als de ‘onbetwiste koning’. China is de grootste seafood exporteur. De Chinezen zorgen voor een derde (1/3) van de wereldvisconsumptie in de wereld. Deze consumptie groeit met 6% per jaar. In de Chinese visindustrie zijn 14 miljoen Chinezen werkzaam, een andere 30 miljoen is gerelateerd aan de visindustrie. De Chinese onverzadigbaarheid zorgt hier en daar voor conflicten. Zo werden illegale Chinese boten in beslag genomen in Indonesië en werd in Argentinië een boot tot zinken gebracht. In Zuid-Korea ontstonden er gewelddadigheden. Er zijn territoriale conflicten ontstaan met Filipijnen en Vietnam. In de regio wordt de Chinese marine ingezet om vissers van andere landen uit hun eigen wateren te verdrijven. Er zijn landen waar vissers noodgedwongen landbouwers zijn geworden en daarvoor grote bossen hebben open gekapt. Seafood zorgt nog voor 20% van de exporten van Senegal die een lange kust heeft. We hebben door afwezigheid van Surinamers in onze wateren geen betrouwbare ‘narratives’ over de mate van rijkdom wat betreft vis. Maar als we Chinezen toelaten, zullen we net als in Senegal wel verhalen krijgen hoe de zaak zal zijn aangetast. De echte stand van zaken van de Surinaamse zeevis is onbekend, omdat LVV heel oppervlakkig informatie geeft en een heleboel zaken geheim houdt. Buitenlandse boten maken al geruime tijd de dienst uit. Wat is hun totale visproductie? Wat blijft hier en wat wordt geëxporteerd? Hoeveel ontvangt de staat uit de zeevisserij? Welke landen hebben profijt van onze vissen. Een ding moet wel duidelijk zijn: de Surinaamse visgronden zijn niet zo overvloedig dat het onuitputbaar is. Ook de vis kan een dag opraken, en met Chinese trawlers gebeurt dat zeker. Senegal weet nu dat de Chinezen slechts 8% van hun vangst hebben gerapporteerd, vergeleken met 29% van de Europese vissers. Allemaal benadelen ze landen als Suriname met zwakke en corrupte inspectieapparaten. Per jaar stelen de Chinezen 40.000 ton vis per jaar van Senegal, met een waarde van USD 28 miljoen. Van alle Chinese boten voor de kust van dit land is tweederde (2/3) illegaal. Guinea-Bissau en Sierra Leone hebben min of meer dezelfde problemen. De wetgeving in Senegal is veranderd; illegaal vissen wordt bestraft met 1 miljoen USD. Veel illegale boten vissen aan de rand van de grens en kunnen daarom snel ontsnappen. Voor controle van de wateren zijn boten, vliegtuigen en satellietbeelden nodig. Landen in de regio moeten met elkaar samenwerken waardoor ze samen hun visgronden kunnen beschermen en illegaliteit kunnen tegengaan. Dat is er niet in West-Afrika, waar veel landen kreunen onder de schuldenlast van China. Internationaal onderzoek heeft uitgewezen dat de Chinezen graag smeergelden betalen om aan vergunningen te komen. De Surinaamse regering moet verantwoording afleggen over de 6 hektrawlers in onze wateren.