Voordat Suriname een olievondst kan realiseren voor de kust, wordt het lokaal bedrijfsleven door zowel bedrijven actief in de olie-industrie, als maatschappelijke organisaties, voorbereid op nieuwe kansen en mogelijkheden. Volgens een onderzoek, uitgevoerd in opdracht van Staatsolie, zou het lokaal bedrijfsleven momenteel niet in staat zijn, om mee te kunnen doen aan een grote oliewinningsprojecten in diepzee Suriname. Aan de andere kant zijn er ook politieke en maatschappelijke groepen, die ervoor pleiten dat de regering ervoor zorg moet dragen dat het lokaal bedrijfsleven eerlijke kansen krijgt om mee te kunnen doen.
Bottleneck
Een van de grootste bottlenecks in de gedachte en hoop richting een olievondst is het steeds onbegaanbaar worden van de Surinamerivier. Kosmos Energy Suriname bijvoorbeeld heeft in haar laatste 2 boringen voor de kust in diepzee Suriname, ongeveer US$ 150 miljoen uitgegeven aan haar operaties. Uit deze US$ 150 miljoen is US$ 21 miljoen uitgegeven aan shore base operations (operaties die op land plaatsvinden). Sinds Suriname geen shore base kon hebben (vanwege haar ondiepe rivier) maar Trinidad wel, heeft Suriname een inkomen van US$ 60 miljoen aan Trinidad verloren. Er zijn nog 6 boringen op komst in de komende 2 jaren.
Baggerproject
In dit kader stelde minister Patrick Pengel van Openbare Werken, Transport en Communicatie, onlangs publiekelijk dat de Surinamerivier zal worden uitgebaggerd. Vanaf januari/februari 2019 zal de rivier één van haar grootste onderhoudsbeurten krijgen. De bewindsman verzekerde dat binnen 12 tot 14 weken het baggeren moet opstarten. Het baggeren zal ongeveer 10 maanden in beslag nemen. Dit is ook afhankelijk van de massa die uit de rivier gehaald moet worden. De minister wilde in zijn laatste openbare statement niet ingaan op de uitgaven voor dit project. Op de conceptbegroting voor het dienstjaar 2019 is er wel een indicatie voor opgenomen. Voorlopig staat op de begroting SRD 90.240.000 voor gereserveerd.
Waarom?
Staatsolies internationale consultant DAI Global Inc. stelt dat in een Regional Shore Base Scenario (dus geen kustbasis in Suriname) de kansen voor Surinaamse bedrijven om aan de olie-industrie deel te nemen zeer beperkt zijn. Lokale bedrijven zullen slechts 2% van de totale projectuitgaven naar zich toe kunnen trekken. Dit komt neer op ongeveer US$ 104 miljoen voor een heel project van US$ 6 miljard. Met een Local Shore Base scenario (lokale oeverbasis) zullen lokale bedrijven naar verwachting ongeveer 6% van de totale projectuitgaven ontvangen. Dit komt in dit scenario neer op US$ 402 miljoen. Bij afwezigheid van een lokale oeverbasis, zijn de kansen voor Surinaamse bedrijven bijna nihil. Lokale inhoud is voorspeld tijdens de piek van de operaties, te blijven hangen op US$ 4 miljoen per jaar. Voor wat nu bekend is, zijn de vaargeulen van de rivieren ondiep en de waterwegen worden in onvoldoende mate gebruikt voor het transporteren van zwaar materieel. Dit zorgt al geruime tijd voor problemen binnen de scheepvaart. Behalve toekomstige kansen, verliest het lokaal bedrijfsleven nu al heel wat geld aan. Het streven van het ministerie is daarom erop gericht de rivieren beter bevaarbaar te maken door middel van het baggeren van de vaargeulen en de formulering en implementatie van het goederenvervoerbeleid.
Kavish Ganesh
