Er is in de samenleving beroering en onduidelijkheid ontstaan met betrekking tot de uitvoering van een staatsbesluit dat de aanpassing van de pensioenen van de ambtenaren regelt. In de media is bericht dat de twk waarop deze gepensioneerden recht hebben, in drie groepen zal worden uitbetaald. Het bezwaar hiertegen is dat gepensioneerden de tijd niet als hun grootste bondgenoot mee hebben. Bij staatsbesluit is in 2015 geslagen in verband met de invoering van Fiso in 2009 (terugwerkend naar 2008). Het staatsbesluit zegt dat een integrale wijziging van de Ambtenarenpensioenwet 1972 op komst is en dat deze regeling vooruitlopend daarop is. Het staatsbesluit zegt dat een welvaartsvaste pensioenuitkering aan gepensioneerden en hun gelijkgestelden per 1 juli 2014 zal/zou ingaan. Dat is dus 4 jaren terug. Aan alle gepensioneerden die pensioengerechtigd werden voor 1 januari 2008, is een verhoging van 46% ingevoerd. Deze gaat terug naar 1 januari 2012. Deze verhoging is gefaseerd uitbetaald zegt het staatsbesluit. De gepensioneerden die tussen 1 januari 2008 en 31 december 2010 pensioengerechtigd zijn geworden, komen in aanmerking voor een verhoging van 23%, ook te rekenen van 1 januari 2012 en gefaseerd uitgevoerd. Aan de gepensioneerden die hun recht op pensioen kregen tussen 1 januari 2011 en 1 januari 2012 is een verhoging van 10% toegekend te rekenen van december 2013 en ook gefaseerd in uitvoering. Verder wordt aan alle pensioengerechtigden (ongeacht hun moment van pensionnering) een verhoging van 10 % toegekend. Dit is te rekenen van 1 juli 2014 (en geen 1 juli 2012). Ter compensatie zou ook een eenmalig bedrag worden uitgekeerd voor ‘de niet toegekende verhoging van de pensioenen per 1 januari 2012. Dat is 4 maal het bedrag waarmee het pensioen is of moet worden verhoogd. Volgens het staatsbesluit zal het eenmalig bedrag in 2 fasen worden uitgekeerd: de helft aan het einde van juli 2014 en de helft eind oktober 2014. Door het staatsbesluit van 2015 werden het staatsbesluit van 2008 en 2012/2013 vervallen verklaard. Drie groepen verhogingen zijn dus uitgevoerd per 1 januari 2012 aan groepen van gepensioneerden op basis van hun moment van pensionering (3 perioden). In 2012 zijn ook de lonen met 10% verhoogd, waardoor daardoor alleen ook de pensioenen moesten worden aangepast. De laatste verhoging van 10% en de compensatie hebben hiermee te maken en de bedoeling was om de kosten te drukken. Vervallen staatsbesluiten, loonsverhogingen en faseringen maken dat het pensioengeheel enigszins moeilijk te volgen is. Door achterstanden en twk’s heeft de regering een achterstand opgebouwd en zoekt ze nu mogelijkheden om de groep die nu gerechtigd is, te kappen in drie groepen. Die onderverdeling is al gemaakt, de regering verwachtte van de BBGO een flexibele houding. Dus medewerking dat bepaalde mensen langer op hun betaling wachten. De BBGO heeft daarin toegestemd en het is niet bekend of voor deze fasering goedgekeurd is verkregen van de alv. De BBGO heeft in de afgelopen jaren hard aan de weg getimmerd om de rechtspositie van de gepensioneerden te verbeteren. Dat is min of meer gelukt aan de vereniging. Er zijn duizenden belanghebbenden die afhankelijk zijn geworden van het overleg dat BBGO voert met de regering. Een aantal van de gepensioneerden participeert niet in de activiteiten van de vereniging en belt ook niet met het bestuur om vragen te deponeren of pijnpunten aan te dragen. De cultuur van verenigen is er niet bij de generatie van de gepensioneerden en die houding heeft men ook overgedragen op de komende generaties. De BBGO is noodgedwongen bij elkaar gekomen toen de nood heel hoog werd, dus puur om te overleven. De staatsbesluiten waarmee de pensioenen worden geregeld worden geslagen, gepubliceerd en dan weer ingetrokken door de nieuwere. Een gefaseerde betaling die nu is overeengekomen met de BBGO is niet geregeld in het staatsbesluit. De regering heeft wel de groepering van de gepensioneerden zoals het is gedaan in het laatste staatsbesluit van 2015 gebruikt. In principe hebben de gepensioneerden uit de tweede en de derde groep de mogelijkheid om collectief hun wachtperiode af te wijzen en een directe betaling te eisen. Men heeft het recht om te eisen dat men niet wordt gediscrimineerd. De gepensioneerden kunnen een gelijke behandeling afdwingen. Nu weten we niet of de BBGO gemandateerd was om de groep gepensioneerden – leden en niet-leden – te binden. De mobilisatiekracht om tegen de fasering op te komen nu heeft de groep gepensioneerden niet. Wat overblijft, is dat men dan maar geduld betracht. Dat is een heel zware opgave voor gepensioneerden. De ruimte is nog open voor BBGO om de zaak te heronderhandelen en bijvoorbeeld 3 groepen terug te brengen naar 2.